De plotselinge verdwijning van apotheker Adriaan van Irhoven van Dam (1801)

Adriaan van Irhoven van Dam werd op 5 maart 1769 geboren in Linschoten, als zoon van predikant Cornelius van Dam en dichteres Maria van Irhoven. Mogelijk volgde hij, net als zijn oudere broer, onderwijs op een kostschool in Schoonrewoerd. Na het voltooien van zijn opleiding vestigde hij zich als apotheker aan de Markt in Leerdam.
Alles leek zijn gang te gaan — tot op een dag zijn huis verlaten blijkt, de apotheek gesloten is, en niemand weet waar hij gebleven is. Terwijl geruchten over krankzinnigheid de ronde doen, duiken zijn schuldeisers op zijn boedel. 


Utrechtsche courant 29-06-1801







Wilhelmus van Irhoven van Dam, bron: CBG.nl










In de rechterlijke archieven van Leerdam uit 1801 wordt de zaak beschreven rond Adriaan (van Irhoven) van Dam, de apotheker die zijn huis en werk had verlaten. Zijn broer, Wilhelmus van Irhoven van Dam (een bekend intellectueel patriot en schrijver), verzocht het gerecht curators aan te stellen vanwege vermoedelijke krankzinnigheid, maar dit werd afgewezen wegens gebrek aan bewijs en protest van schuldeisers. Een week later dienden de schuldeisers zelf een verzoek in om voorlopige sequesters (beheer van zijn boedel) aan te stellen. Dit werd goedgekeurd. Twee mannen, Willem Pernis en Engelbert Musquetier, kregen de taak de boedel te inventariseren, wat ze deden met hulp van Adriaans huishoudster, Maria van der Monde.
De inventaris, opgemaakt op 26 juni 1801, bevat waardevolle informatie over de inrichting van de apotheek en de medische voorraad, en was daarmee van belang voor de geschiedenis van de farmacie. Mejuffrouw Van der Monde vroeg toestemming om haar persoonlijke bezittingen uit de boedel van de verdwenen apotheker Adriaan van Dam terug te krijgen. Na een eedverklaring kreeg ze die toestemming. De beheerders van de boedel werden curators en verkochten huis, apotheek en inboedel. Na aftrek van kosten bleef er 2759 gulden en 18 stuivers over, die in 1802 onder de crediteuren werd verdeeld.



Utrechtsche courant 24-08-1801









Wat zich precies afspeelde, zal waarschijnlijk voor altijd verborgen blijven in de geschiedenis... 
Het verrassende is dat Adriaan van Dam een paar jaar later opduikt als landbouwer in de buurt van Doetinchem. Hij krijgt daar met (de katholieke) Paulina Spiek (*1785-†1836), met wie hij in 1810 trouwt, een aantal kinderen.
Bekend zijn dochter Gerharda Spiek (*1809), zoons Cornelius Wilhelmus (van Irhoven) van Dam (*1811), Johannes Wilhelmus van Dam (*1813-†1854, hij werd later koetsier en landbouwer en trouwde met Johanna Weenink) en Aalbert van Dam (*1817). Daarna worden nog geboren Beerendina (*1825) en Johanna (*1828-†1833) Spiek.
In 1827 eindigde het huwelijk van Adriaan en Paulina in een echtscheiding. Bij vonnis van de rechtbank Arnhem wordt uitgesproken dat Adrianus van Dam niet de vader is van dochter Berendina (*1825). Ook Johanna (*1828-†1833) werd geboren na de scheiding van haar ouders.
Adriaan verhuist naar Utrecht om daar zijn oude beroep weer op te pakken. In het Utrechts Archief vond ik de akte van zijn overlijden op 7 juni 1831. 
Adriaan van Irhoven van Dam werd 62 jaar oud en was op het moment van overlijden werkzaam als apothekersbediende.


Overlijdensakte 481 Burgerlijke Stand van de gemeenten in de provincie Utrecht 1811-1902












Bronnen:

Reacties

Populaire posts van deze blog

Pel Marinus van Gent (1894-1949), geschiedenisschrijver van Leerdam

Bernard Johan ter Haar, grondlegger van de NV Ter Haar en Schuijt (1866-1934)

De katholieke kerk (Kerk van de H. Maria Onbevlekt Ontvangen) en begraafplaats (Sint Barbara) in Leerdam