Leerdam
Op dinsdag 7 maart 1875 wordt in Leerdam in het gezin van Isaac Hildesheim en Sara Piller een jongetje geboren: Joseph.
Isaac en Sara hebben al een groot gezin; Joseph is het achtste kindje. Na Joseph worden er in Leerdam nog drie kinderen geboren: Abraham, die maar 3 maanden oud wordt, daarna Jacob en (nog een) Abraham.
Vader Isaac was in Gorinchem geboren en is koopman in manufacturen. In december 1863 was Isaac vanuit Geldermalsen in Leerdam komen wonen. Op 9 augustus 1866 is hij getrouwd met de Haagse Sara Piller.
Isaac is daarna of daarnaast ook onderwijzer (1871), godsdienstonderwijzer (1900), en wordt ook wel (Nederlands) Israëlitisch leraar genoemd.
Het gezin woont in Leerdam aan de Nieuwstraat 15 in Leerdam, naast de synagoge.
Isaac Hildesheim zendt in 1879 een ingezonden stuk naar de Nieuwe Gorinchemse Courant. Enkele dagen eerder was namelijk gemeld dat Jan de Jong een rundslachterij had geopend. Omdat hij geen Israëliet was, kan hij voor het eerst concurrerende prijzen bieden voor vlees in Leerdam, zo werd er medegedeeld. Ook zou er voor het eerst op zaterdag kwaliteitsvlees verkrijgbaar zijn. (Tot dan toe waren er alleen twee Joodse slagers, Pakkerd en Walg).
![]() |
| Nieuwe Gorinchemse Courant, 25-10-1879 |
Hildesheim is verontwaardigd en beschuldigt de schrijver van Jodenhaat. Hij benadrukt dat het logisch is dat Israëlitische slagers de sabbat in acht nemen. Bovendien was De Jong al langere tijd slager in de herfstmaanden, dus de concurrentie was er al langer. En, juist de Israëlitische slagers proberen de prijs, indien mogelijk, te verlagen zodra de situatie zich dat toelaat.
![]() |
| Nieuwe Gorinchemse Courant, 29-10-1879 |
Een aantal 'vleeschverbruikende gezinnen', reageren gezamenlijk op Hildesheims opmerkingen. Zij merken op dat de prijzen inderdaad zijn gedaald na de komst van slager De Jong.
Nieuwe Gorinchemse Courant 1-11-1879
Hildesheim herhaalt zijn standpunt dat de Joodse gemeenschap door het bericht in een slecht daglicht is gesteld. Hij vindt het ook opvallend dat de aanbiedingen van slager De Jong door de stadsomroeper worden verkondigd 'bij bekkenslag', terwijl dat nooit voor de Joodse slagers is gedaan. Hij ziet dit als een hetze tegen de Joodse slagers.
![]() |
| Nieuwe Gorinchemse Courant 5-11-1879 |
Slager De Jong zelf sluit de discussie af door te zeggen dat hij elke vorm van twist wil vermijden.
![]() |
| Nieuwe Gorinchemse Courant, 8-11-1879 |
Kolonie Willemsoord, Steenwijkerwold
Op 17 januari 1880 vertrekt het gezin Hildesheim uit Leerdam en op 21 januari komen ze aan in het Drentse Willemsoord in Steenwijkerwold. Vader Isaac wordt als kolonistenvader ingeschreven in kolonie III, een van de zeven koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid. Deze maatschappij werd opgericht met als doel de levensomstandigheden van de minderbedeelden en lagere sociaaleconomische klassen te verbeteren. Door middel van onderwijs en werk zouden ze onontgonnen gebieden bewerken en zo een verbeterde levenskwaliteit voor henzelf creëren. Meerdere nederzettingen werden gesticht en voorzien van onderwijsinstellingen, gebedshuizen en begraafplaatsen.
De grote familie Hildesheim gaat wonen in hoeve 387 bij Hoeve Amsterdam. De Joodse gezinnen werden in het noordoostelijke deel van de kolonie Willemsoord (op De Pol) gehuisvest en dat gebied kreeg in de volksmond de naam Jodenhoek. Er was een kleine synagoge gebouwd en een Israëlitisch bijschooltje. In 1860 woonden er nog 24 joodse gezinnen in de kolonie Willemsoord. Op het moment dat de familie Hildesheim aankomt in 1880, is de Joodse gemeenschap dus nog maar klein. Zo zijn er op dat moment te weinig mannen (minder dan 10 mannen van 13 jaar of ouder) voor minjan zodat er geen eigen synagogediensten meer kunnen worden gehouden.
In Willemsoord wordt een zoontje Eduard geboren. Na 2 maanden overlijdt Eduard en wordt begraven op de Joodse begraafplaats van de kolonie.
In 1885 zou de Israëlitische gemeente te Willemsoord formeel worden opgeheven.
Amsterdam
Al op 26 juni 1881 verlaat het gezin Hildesheim de kolonie en vertrekt naar Amsterdam. Op 5 juli 1881 wordt Izak Hildesheim ingeschreven in de Amsterdamse registers afwisselend geregistreerd als koopman en onderwijzer.
Op 3 december 1882 wordt dochter Esther geboren. Zij overlijdt op de leeftijd van 10 maanden op 2 oktober 1882.
De Hildesheimen wonen in de Amsterdam op de adressen Ridderstraat 80 (tot juni 1882), Joden Houttuinen 15 (juni 1882-mrt. 1885), Uilenburgerstraat 38 (maart-mei 1885) en Joden Houttuinen 9 (vanaf mei 1885). Het zijn straten waarin veel armoede werd geleden.
Joseph & Betje
Een aantal kinderen Hildesheim vinden een partner en gaan trouwen. Zo ook Joseph, die venter en daarna diamantslijper is geworden.
Op 1 september 1878 trouwt hij in Amsterdam met Beletje (Betje) Pront. Betje was op 1 september 1878 in Amsterdam geboren, als dochter van Levie Pront en Saartje Waterman.
In Amsterdam worden hun vijf kinderen geboren:
- Levie, 6 december 1896
- Izak, 7 mei 1898
- Sara, 8 maart 1902
- Simon, 6 mei 1904
- Maurits, 28 april 1908
![]() |
| Joseph Hildesheim en zijn echtgenote Beletje Pront, met twee van hun kinderen, rond 1903. Foto: @René Hildesheim, JoodsMonument.nl |
![]() |
| Het volksdagblad 12-05-1898 |
In 1924 overlijdt Josephs moeder:
![]() |
| Nieuw Israelietisch weekblad 30-05-1924 |
De kinderen van Joseph en Betje verlaten langzamerhand het ouderlijk huis.
Oudste zoon Levie trouwt op 28 sept. 1921 met Rachel Kloot. Van beroep is hij roosjesversteller. De roosjesversteller heeft als taak een ruwe diamant in een tang vast te zetten, zodanig dat de slijper zijn of haar werk, het slijpen, goed kan doen.
Op 13 juli 1935 zou hij overlijden in Gent, België. Zijn echtgenote Rachel zou in 1989 overlijden in Amsterdam.
![]() |
| @Vreemdelingendossier België, 1923 |
Zoon Izaak is getrouwd op 2 april 1930 met Femmegien Hendrika Veldman. Zij was eerder gehuwd met en gescheiden van Johannes Martinus de Bruijn. Izak was kelner van beroep.
Al na ruim een jaar wordt de echtscheiding uitgesproken, op 13 april 1931.
Op 31 augustus 1941 doet Izak Hildesheim aangifte van diefstal van zijn zwarte leren aktetas met inhoud. Hij woont aan het Borssenburgplein 4-III te Amsterdam.
![]() |
Nederlandsche Staatscourant 13-06-1942 |
![]() |
| Politierapporten '40-'45, archiefnummer 5225, inventarisnummer 6907 |
![]() |
| Sara Smit-Hildesheim, @René Wildesheim, JoodsMonument.nl |
Dochter Sara was op 28 januari 1925 gehuwd met de koopman Izaäc Smit. In 1925 kregen ze een zoon Willem, in 1929 een dochter Bela en in 1935 een zoon met de naam Joseph.
Sara Smit-Hildesheim, kleermaakster, stond met haar man op de markt aan het Waterloo-plein. Zij woonden aan de Nieuwe Batavierstraat 13-III in Amsterdam.
![]() |
| Isaac Smit |
![]() |
| Izaäc en Sara met Willem, @René Wildesheim, JoodsMonument.nl |
![]() |
| marktvergunning van Sara Smit-Hildesheim @Gemeentearchief Amsterdam |
![]() |
| @René Hildesheim, JoodsMonument.nl |
Van zoon Simon (*1905) heb ik geen informatie kunnen vinden. Hij staat op deze foto met zijn zus Sara en broertje Maurits.
Jongste zoon Maurits, venter en diamantslijper, trouwt op 30 september 1931 in Amsterdam met Marie Florentine Isabelle Roosen uit Landen in België. Ze kregen zes kinderen: Gustaaf Joseph Maurits (1931), Germaine Marie (1933), Louis (1934-1934), Louis Maurits (1936), Bela Sara (1937) en Marcella Hendrika (1939). De kinderen zijn katholiek gedoopt. Op 14 februari 1940 is de echtscheiding uitgesproken.
Op 21 mei 1941 treedt Maurits in het huwelijk met Helena Maria Pruijs. Zij krijgen een dochter Helena (Lenie).
![]() |
| Joseph Hildesheim rond 1929, @Felix Archief Joseph Hildesheim in 1935, @René Hildesheim, JoodsMonument.nl |
![]() |
| Betje Hildesheim-Pront in 1929, @Felix Archief Betje Hildesheim-Pront, @René Hildesheim, JoodsMonument.nl |
![]() |
| Cartotheek kaart Joodse Raad via Arolsen Archives |
![]() |
| Cartotheek kaart Joodse Raad via Arolsen Archives |
Oudste zoon Levie was al overleden in 1935. Zijn echtgenote Rachel overleeft de oorlog.
Izak komt op 15 april 1943 in doorgangskamp Westerbork aan. Hij verblijft in barak 66 en wordt 1 juni 1943 op transport gezet. Na aankomst wordt hij op 4 juni 1943 vermoord in vernietigingskamp Auschwitz. (Jules Schellevis zou de enige overlevende van dit transport zijn).
![]() |
| Cartotheek kaart Joodse Raad via Arolsen Archives |
Izaäk Smit had met zijn gezin vanwege zijn werk in de handel een Sperre gekregen, hij werd een zgn. Rüstungsjude genoemd (werkzaam in bont, confectie, diamant, oud-metaal handel), waardoor hij eerder niet op transport hoefde.
Maar op 26 mei 1943 bevindt het gezin zich in Westerbork, in barak 55. Op 1 juni gaan ze op transport en dit blijkt hetzelfde transport te zijn als dat van Sara's broer Izak die al langer in Westerbork was.
Sara Smit-Hildesheim (41) en haar man Izaäk Smit (41) overlijden op dezelfde dag. Bela (14) en Joseph (8) worden net als hun ouders op de 4e juni van het jaar 1943 vermoord.
Oudste zoon Willem (17) overlijdt een paar dagen eerder, op 28 mei 1943. Vermoedelijk was hij de 25e vertrokken uit Westerbork. Ook van zijn transport heeft niemand het concentratiekamp overleefd.
![]() |
| Cartotheek kaart Joodse Raad via Arolsen Archives |
![]() |
| via Arolsen Archives |
![]() |
| Cartotheek kaart Joodse Raad via Arolsen Archives |
Op 18 november 1943 komt hij aan in Auschwitz. Ruim vier maanden later komt Maurits Hildesheim (35) daar om het leven op 31 maart 1944, waarschijnlijk bezweek hij aan tyfus.
Maurits' kinderen waren gedoopt in de Rooms Katholieke parochie de H. Wilibrodus. Van één van de kinderen is bekend dat hij dankzij dit doopbewijs uit een transport van Hollandse schouwburg naar Westerbork door een priester is weggehaald. Alle kinderen en zijn (ex)-echtgenoten overleefden de oorlog.
Tenslotte
De eens zo grote familie Hildesheim is zwaar getroffen in de Holocaust.
Josephs jongere broer Jacob was al voor de oorlog overleden. Al Josephs andere broers en zussen (Simon, Elkan, Roosje, Fredrika, Flora, Benjamin en Dina) kwamen om in Auschwitz of Sobibor. Van Josephs broer Benjamin heb ik geen gegevens kunnen vinden.
Eén Joodse zwager overleefde met zijn zoon, één niet-Joodse schoonzus met haar drie half-Joodse kinderen en nog één nichtje...
AuschwitzDe wind vertelt het zonder het te weten.Er is geen zegsman of gehoor geblevendie u vermonden. Gij zijt opgeheven.Ik weet opnieuw, dat ik u ben vergeten.Linten van lucht, in trilling weggedreven,kwamen de woorden niet weerom, de feitenkonden geen taal behouden en versleten.Ieder bewustzijn bracht zich om het leven.Met geblindeerde treinen meegegeven,grauwe wagon op dood spoor afgehaakt,ergens in barre oorden staat gij daar.Krijtletters, door een vreemde hand geschreven,bestemmen u van buiten koud en klaarvoor deze plek, waar gij werd zoekgemaakt.Gerrit Achterberg
- AlleDrenten.nl
- Archief Amsterdam
- Arolsen Archives, cartotheek kaarten Joodse Raad
- Nieuwe Gorinchemse Courant, o.a. 5-11-1979
- Historie - Dorpsbelang Willemsoord
- Hoeve Amsterdam, Kolonie van Weldadigheid
- JoodsAmsterdam.nl, de Jodenhouttuinen
- JoodsAmsterdam.nl, de Jodenpol
- Joods Amsterdam.nl (Nieuwe) Uilenburgerstraat
- JoodsMonument.nl
- Joods Leerdam, vier eeuwen joodse geschiedenis, Teunis Blom, pag. 139-140 (de 'vleeschkwestie')
- Joden op De Pol 1820-1890, Geert Groen, pag. 117
- Wiewaswie.nl











































































%20uit%20Rossum%20met%20haar%20broertje%20Silo,%20circa%201925.jpg)













