Posts tonen met het label hotel Boerboom. Alle posts tonen
Posts tonen met het label hotel Boerboom. Alle posts tonen

30 oktober 2024

Logement 'De Wildeman' in de Leerdamse Kerkstraat (~1615-1853)

"De Wildeman" in het oostelijk deel van de Leerdamse Kerkstraat was heel lang een herberg en logement. In de vorige blog schreef ik er al over.  

Ik was benieuwd naar de oudste bronnen van dit koffiehuis. 


Dick Haagsman schrijft in zijn boek 'Leven binnen de Leerdammer vrijheid' dat De Wildeman vanouds een van de 'herenherbergen' van de stad was waar de stadsregering geregeld bij elkaar kwam. 

De verkiezingen van de magistraat en de nieuwjaarsmaaltijd van de stadsregering vonden plaats in De Vier Heemskinderen (huidige locatie Markt 7) óf in De Wildeman.

In 1615 dient Hendrik Govertszn, de Wilde Weerd, een rekening in bij de stad voor de maaltijd die de magistraat er nuttigde na de controle van maten en gewichten. (bron: Van den Berg)


In 1620 en 1621 gaan de meeste bestedingen van de stad aan maaltijden en drank naar herberg De Wildeman, dan eigendom van de schout van Munnikenland Jan FransznJan Franszn. overlijdt in 1623 en Maijke Ottensdr. van Nievelt, getrouwd met Thonis IJsbrantszn. van Sijdervelt, koopt De Wildeman. Maijkes moeder was de bekende waardin uit 'De Vier Heemskinderen'. Deze herberg was eigendom van Otto Aelberszn. van Nievelt, secretaris en schout van Acquoy en na zijn dood was zijn weduwe Maijke Otten er gastvrouw geworden. (bron: Haagsman)

Frans Hals, De waardin, 1623-1625



















In een stadsrekening van 1680 vindt met de volgende ontvangst vermeld: "Comt de stadt jaarlykx uyt de huysinge van Otto van Sydervelt, genaemt de Wildeman, eene stuyver, acht penninge'. Dit gaat dus over de jaarlijkse belasting die 'De Wildeman' moest afdragen aan de stad. (bron: Van Gent)

Het 'Reis-boek' door de Vereenigde Nederlandsche Provincien uit 1689 beveelt De Wildeman en 't Prinse Wapen (huidige locatie Kerkstraat 34, The Stone) aan als logementen. Deze herenherbergen boden niet alleen een plek voor zakelijke ontmoetingen, maar serveerden ook maaltijden en drank en verzorgden het stallen, voederen en weiden van de paarden van hun gasten. (bron: Haagsman)

Daarna is bekend een zekere Cornelis Vervel, die in 1631 als waard van De Wildeman rekeningen indiende bij de magistraat. (bron: Van den Berg). 


Dit artikel werd gepubliceerd in 1981, bron Facebook Oud-Leerdam





























In een krant uit 1702 wordt de herberg van Dirck Vinck genoemd. Dit zou De Wildeman kunnen zijn, maar is niet zeker. 


Opregte Leydse Courant, 22-02-1702




Vanaf 1699 tot 1730 zijn als eigenaars bekend Johan Zijderveld en daarna zijn weduwe, die drie panden bezat in de Kerkstraat, waaronder deze herberg.  De familie Zijderveld beheerde de herberg jarenlang.

Dan vind ik een nieuwe advertentie die betrekking heeft op 'De Wildeman'. Joseph Muller wordt Koffyhuys- en Ordinaris-houder genoemd.

's-Gravenhaegse courant 22-05-1748


In Leerdam woonde in deze periode een Joseph Muller, rond 1715 geboren in Vlissingen. Hij was op 30 juni 1737 in Leerdam gehuwd met Margonetje (of: Margrietje/Margarita) Knopsik of Knoopziek.

Margonetjes vader werd Joost Knop genoemd en was afkomstig uit het Duitse graafschap Lippe; hij was ruiter geweest in het garnizoen tot Nijmegen.

Joseph en Margonetje laten in Leerdam vier kinderen dopen: Adrianus, Pieter, Maria en Pieternel. Het is niet zeker of deze kinderen allen de volwassen leeftijd hebben bereikt.

Joseph werd 17 juni 1768 in Leerdam begraven. En precies vanaf die tijd zien we (zoon) Pieter Muller genoemd als kastelein, in een krant uit 1769:






Oprechte Haarlemsche Courant, 1-8-1769

Pieter Muller was op 12 februari 1758 in Leerdam getrouwd met de in Voorburg geboren Maria Elisabeth StegelitzZe kregen in 1759 samen een zoon die Joseph Frederik werd genoemd.


In 1777 wil de weduwe van Casparus van Harsvelt, Adriana Cleyn, ten huize van Pieter Muller, kastelein in De Wildeman, driekwart deel van de "Flesschen-blaasery" aan de Linge verkopen. 

Oprechte Haerlemsche courant 26-06-1777


In 1788 staat er een opnieuw een verkoping vanuit het logement De Wildeman op de agenda:


Oprechte Haarlemsche Courant 22-01-1788


In 1798 wordt buitenverblijf 'Lingezicht' te koop aangeboden vanuit De Wildeman:





Oprechte Haarlemsche Courant, 13-12-1798


In 1800 wordt, na het overlijden van kastelein Pieter Muller, het logement zelf publiek te koop aangeboden. Dan al wordt vermeld dat het 'sedert onheuchelyke Jaaren'  een 'van ouds vermaard' logement is. 

Oprechte Haarlemsche Courant, 18-12-1800






In 1815 wordt 'ten Huize en Herberge' van Maarten Roest, in de Stads Herberg, te Leerdam de Gekroonde Grutterij liggende aan de Hoogstraat, te koop aangeboden. 


 Rotterdamsche Courant 10-08-1815





In 1827 is er zitting in 'Logement de Wildeman' om een verkoping van percelen grond. 

Opregte Haarlemsche Courant, 2-10-1827






Toen in 1834 het stadhuis naar de Kerkstraat verhuisde, werd de herberg er tegenover langzamerhand omgedoopt tot 'De Nieuwe Stadsherberg'.

In 1838 wordt 'De Wildeman' te koop aangeboden door de weduwe van Daniel Putters, Cornelia van Zuilen (1777-1857):

Opregte Haarlemsche Courant, 22-9-1838


Is de verkoop niet gelukt en nam toen zoon Hendrik Putters met zijn vrouw Maria Wiggelinkhuijzen de zaak over? Maria's man Hendrik was eigenlijk timmerman en R. v.d. Berg vermeldt in zijn artikel dat deze bij zijn huwelijk met Maria het gereedschap neerlegde om achter de tapkast te staan. In de praktijk hadden ze als familie een timmerbedrijf én koffiehuis. 






Haarlemsche Courant, 28-4-1835


In kranten kom ik tegen dat er in 1818-1820 aanbestedingen of veilingen plaatsvinden in 'den Arend bij Putters' of daarna 'de herberg van de weduwe D. Putters' te Leerdam. De vader van Hendrik Putters heette Daniel Putters (1775-1835). 

Volgens de kadastrale minuut bezat Daniël Putters inderdaad een pand aan de Hoogstraat (nr. 60, nu woonappartementen, daarvoor o.a. eigendom van het Leger des Heils en dokter Schomper) en ook twee panden in de Kerkstraat. Een van die panden was de herberg De WildemanIn 1815 werd Daniël Putters kastelein van de Herberg Den Dubbele Arend genoemd, gelegen aan de Hoogstraat. 








Opregte Haarlemse Courant 2-08-1845




In 1846 lezen we van het faillissement van Mias Putters, een jongere broer van Hendrik, die o.a. ook 'koffijhuishouder' is. Er volgt hierna nog een rechtszitting omdat Mias beschuldigd werd van 'bedriegelijke bankbreuk' door het verduisteren van roerende goederen. Hij en zijn medeplichtige echtgenote krijgen uiteindelijk een half jaar gevangenisstraf opgelegd en gedwongen betaling van de proceskosten.










Algemeen Handelsblad 10-3-1846


Hierna, in 1846, komen we Hendrik Putters (1810-1847) tegen als eigenaar van de Stads-Herberg:









Algemeen Handelsblad, 21-11-1846

In 1847 raakte logementhouder Hendrik Putters gewond door een paard wat op hol sloeg.














Nieuwe Rotterdamsche Courant, 29-11-1847


In 1849 lezen we over een bestek wat in te zien is bij 'de weduwe H. Putters te Leerdam'. Inderdaad was Hendrik Putters in 1847 op 36-jarige leeftijd overleden. 

Dirk Kievit (1822-1896) uit Neerijnen, trouwde in 1849 met weduwe Maria Wiggelinkhuizen (1819-1892) en hij beheerde vanaf 1849 tot 1853 de herberg. 


Maria, dochter van Cornelis Wiggelinkhuizen, erfde het herbergiersbloed van haar vader, die als kastelein het bekende café buiten de Noorderpoort ('Kemp') beheerde. Naast kastelein was haar vader Cornelis ook opzichter van 's Konings particuliere Domeinen en bouwman. 

(Overigens: Cornelis Wiggelinkhuijzens overgrootvader Jan Daamszn. Westerhout was  een neef van Willem Adriaenszn. Westerhoutlandman en kleinzoon van kunstschilder en kastelein Adriaen van Nuijssenburg. Willem was degene die in een Delfts tuchthuis belandde vanwege het doden van zijn vrouw.)











 Utrechtsche provinciale en stadcourant, 16-7-1851














Het huwelijk van de 51-jarige Dirk en 53-jarige Maria eindigde
in een echtscheiding in 1873, CBG.nl







Opregte Haarlemsche Courant, 25-05-185
3


In 1853 kwam het etablissement in bezit van de familie Boerboom, die er twee generaties de scepter zwaaide.  Daarover schreef ik eerder: 
Hotel-Boerboom



























































Bronnen:


  • Dagblad van 's Gravenhage, 10-7-1846 (rechtszitting Mias Putters)
  • Diverse krantenberichten (genoemd hierboven)
  • Gelezen in.. 'Een ongeluk', Van Stad en Graafschap Leerdam, HVL, 37e jrg., nummer 11, dec. 2018, pag. 27
  • Herberg De Wildeman, R.v.d. Berg, via website Historische Vereniging
  • Geneanet: Geneanet.org/christ43?lang=en&p=joseph&n=muller
  • Nederlandsche Staatscourant, 6-1-1847 (vonnis Mias Putters) 
  • P.M. van Gent, Leerdam door de eeuwen heen, pag. 259
  • Dick Haagsman, Leven binnen de Leerdammer Vrijheid, stadswandeling in de 17e eeuw, pag. 101, 143, 144
  • Facebook pagina Oud-Leerdam

27 maart 2024

De noodlanding van vliegenier Barra in een Leerdams aardappelveld (1911)

















In 1911 wordt door het Parijse blad 'Le Journal’ een luchtvaartwedstrijd voor piloten georganiseerd: de Europeesche Rondvlucht.

Deze wedstrijd bestaat uit een route van ruim 1500 kilometer vanuit Frankrijk (Vincennes bij Parijs) naar België, Nederland, via Engeland en weer terug naar Frankrijk, in negen etappes. Het prijzengeld bedraagt totaal 220.000 francs, waarvan 200.000 verdeeld over de hele rondvlucht en 20.000 francs voor de winnaar van de laatste etappe Calais-Parijs. Voor die tijd aanzienlijke geldbedragen. 

Nieuwe Venlosche Courant, 24-6-1911











De eerste etappe van de race gaat van Parijs naar Luik. Vervolgens vliegen de piloten van Luik via Spa terug naar Luik. De derde etappe leidt van Luik naar het Nederlandse Soesterberg, met een verplichte tussenlanding in Venlo. De volgende dag, etappe 4, gaan de toestellen van Soesterberg naar Brussel (waarbij ze over Leerdam zouden vliegen!) Etappe 5 voert van Brussel naar Roubaix, gevolgd door etappes van Roubaix naar Calais en van Calais naar Londen, met een tussenlanding in Dover-Brighton. Etappe 8 gaat van Londen naar Calais en op de laatste dag is er nog een vlucht van Calais naar Parijs, met een verplichte tussenlanding in Amiens.

De vlucht is goed voorbereid. Zo is er een goederentrein geregeld met 37 wagons (waarin voor ƒ50.000,- aan reserve-onderdelen) en daarnaast een aantal personenwagons voor de mecaniciens en een restauratiewagon.

Het is een hele happening; elke dag doen de kranten verslag van het spektakel en ook in de bioscopen kun je het nieuws volgen. 

Een van de deelnemers die bij de start op zondagmorgen 18 juni vertrekt, is de Franse ‘aviateur’ Franck Barra. Hij start om 7.10 uur vanaf baan C met zijn tweedekker, vanaf Vincennes, ten zuidoosten van Parijs.

Het vliegtuig waarin Barra vliegt, is een tweedekker, gemaakt door de Farman Aircraft Company. De oprichter van dit bedrijf was Henri Farman, een Franse piloot, ontwerper en bouwer van vliegtuigen

















De reis van piloot Barra verloopt best voorspoeding. Bij aankomst in Venlo 's ochtends ligt hij op een goede positie in de race, de zevende plaats. Maar dan moet Barra in het Betuwse Zetten een noodlanding maken. Dat is een flinke tegenslag die zorgt voor de nodige vertraging.


Buiten; geïllustreerd weekblad aan het buitenleven gewijd,
jaargang 5, 1911, no. 26, 01-07-1911
















Dan is er een nieuwe etappe: van Soesterberg naar Brussel, met een tussenstop bij Gilze-Rijen (Molenheide).

De Courant, 1-7-1911

















De winnaar van de etappe Soesterberg-Brussel, de Fransman Andre Beaumont 
(alias Jean Conneau) in zijn Bleriot-eendekker, onderweg even voorbij Utrecht 
op 26 juni 1911. Bron: [SFA022811685], Het Leven, Spaarnestad Photo 



















Tijdens deze vierde etappe Soesterberg-Brussel moet Barra met zijn tweedekker opnieuw een noodlanding maken.  

En deze keer komt hij terecht... in het aardappelveld van de Leerdammer Matthijs Stek.



Terugblik op die dag

In Leerdam en omgeving waren die 26e juni al urenlang veel mensen met spanning aan het uitkijken naar de vliegtuigen die zouden overkomen. Er was een halve kilometer buiten de bebouwde kom aan de Horndijk een wit herkenningskruis voor de piloten neergelegd. 

Plotseling roept, halverwege de middag, iemand opgewonden dat er een vliegtuig nadert, waarna iedereen haastig naar buiten rent. De fabrieken, kantoren en huizen stromen leeg. Om met de verslaggever van De Leerdammer te spreken: "de waschvrouwen verlieten hun tobbe, de keukenmeiden hun pot, ja, daar bleef geen grootje bij haar spinnewiel”.

En inderdaad, daar verschijnt het eerste vliegtuig dat ooit over Leerdam is gevlogen. Het moet een bijzonder gezicht geweest zijn voor alle toeschouwers.

Na een poos komen er nog twee vliegtuigen langs, twee tweedekkers, waarvan er een door zijn schommelende beweging de aandacht trekt. 

Vervolgens passeert er nog een reeks van negen toestellen, maar dan gebeurt er iets onverwachts. Een van de tweedekkers begint vlak boven de glasfabrieken te dalen en plotseling valt het geluid van de motor weg. Het vliegtuig duikt omlaag en de mensen zijn geschokt. Iedereen snelt naar de plek waar het vliegtuig neergestort lijkt te zijn.

Gelukkig blijkt de vaardige piloot het vliegtuig nog goed te hebben weten neer te zetten. Het blijkt de nummer 39 te zijn, de Fransman Franck Barra. 

De directeuren van de glasfabriek schieten te hulp, samen met anderen uit de omgeving. Auto's komen aanrijden met onderdelen en monteurs, die de hele nacht zullen doorwerken om de problemen te verhelpen.

In die tijd staat het vliegen nog in de kinderschoenen. Maar weinig mensen hadden ooit een vliegtuig gezien. Nieuwsgierigen uit de wijde omgeving komen dan ook naar Leerdam, tot er honderden aanwezig zijn. Ze zien hoe het beschadigde vliegtuig op planken naar een grasveld achter glasfabriek De Hoop wordt gesleept, waar het door militairen uit Gorinchem wordt bewaakt.

De piloot overnacht in hotel Boerboom, tegenover het gemeentehuis in de Kerkstraat. Vermoeid als hij is, gaat hij vroeg naar bed. Maar dan wordt de arme piloot uit zijn rust gewekt. Een menigte heeft zich voor het hotel verzameld. Voor het hotel speelt het muziekgezelschap 'Kunstliefde en Vriendschap' een paar nummers. 


















Rond drie uur ’s nachts stijgt piloot Barra weer op. Velen zijn gebleven om dit mee te maken, zelfs mensen uit Tiel, Gorinchem en Vianen zijn aanwezig. De aviateur beloont de toeschouwers met een extra rondje, wat hen doet juichen. Dan zwaait hij nog even voordat hij in zuidelijke richting verdwijnt. Voor het publiek was het een onvergetelijk moment. 

In De Leerdammer verschijnt dan ook een uitgebreid verslag:

De Leerdammer, 28-6-1911


















Ook andere media verslaan de noodlanding van Barra in Leerdam:


Nieuwe Rotterdamsche Courant, 27-6-1911





Algemeen Dagblad, 28-6-1911
 
Bredasche Courant, 28-6-1911

























 

De Vijfheerenlanden, 28-6-1911





























 

De Telegraaf, 27-6-1911














  




Van de acht vliegers die de race voltooiden, was piloot André Beaumont (die eigenlijk Jean Louis de Conneau heette), de winnaar. De anderen waren achtereenvolgens Roland Garros (bekend van het Parijse tennistoernooi), René Vidart, Jules Védrines, Eugène Gibert, Albert Kimmerling, Eugène Renaux, en last but not least... Franck Barra

Barra had nogmaals een spectaculaire noodlanding moeten maken waarvoor hij ook deze keer een bijzonder locatie had uitgekozen: het dak van een huis in de koninklijke tuinen van het paleis in Brussel. 

Op 18 juni 1911 was de start geweest met 68 deelnemers. Van 26 tot 27 juni was Barra in Leerdam. Op 7 juli 1911 was de Europeesche Rondvlucht afgelopen en jammer genoeg had de twee Nederlanders die meededen de eindstreep niet gehaald. Henri Wijnmalen moest op 2 juli op weg van Roubaix naar Calais een noodlanding maken, waarbij hij zijn vliegtuig verspeelde. Ook Marinus van Meel, de nummer 68, kon na een stop in Grave niet meer verder na een crash.


Er was veel positieve aandacht voor de rondvlucht, maar hier en daar was ook kritiek te horen. "Als een burger of boer strandt met een voertuig, gaat hij toch niet naar de veldwachter om bewaking van zijn wagen te vragen? Maar toen vlieger Barra neerstreek werd zijn vliegtuig bewaakt door militairen uit Gorinchem. Betalen we daarvoor nu onze oorlogskosten?"


Limburger Koerier, 8-7-1911













De wedstrijd was niet zonder risico’s geweest en ging gepaard met de nodige ongelukken waarbij er zelfs piloten omkwamen. In het christelijke weekblad ‘De vriend van oud en jong’ wordt gewaarschuwd voor de roekeloze hoogmoed van het vliegen:

De vriend van oud en jong;
christelijk en wetenschappelijk weekblad,
jaargang 32, 1910-1911 28-6-1911






























Barra in Avia; geïllustreerd tijdschrift gewijd aan de luchtvaart,
jaargang 1, 1911, no. 5, 01-07-1911




Omstreden of niet, in Leerdam blijft men nog lang in de ban van vliegenier Barra. 'Barra'-accessoires worden een hype. 

"Na dien tijd droeg elke jeugdige, sportieve Leerdammer een "Barrasjaal".











Het schijnt dat er ook zgn. Barra-fietsen werden verkocht. (Het lijkt mij alleen dat de fietsen genoemd zijn naar de Franse fietsenbouwer Nicola Barra, die bekend werd door zijn aluminium fietsframe. Kan het zijn dat de naam door de Leerdamse fietsen verkoper(s) (on)bewust geassocieerd werden met de beroemde vliegenier? HT)


De Leerdammer, 23-6-1917












Op een gravure met hoogtepunten uit de geschiedenis van Oud-Leerdam (overigens met per ongeluk de Asperense kerk in het midden daarop afgebeeld!) is de tweedekker links boven afgebeeld, met daarbij de tekst: 'noodlanding van Barra':


















Ook tijdens een Leerdamse gemeenteraadsvergadering wordt er nog doorgesproken over Barra. Het aardappelveldje van de heer Stek was totaal vernield op de junidag van Barra's noodlanding. Niet zozeer door het vliegtuig, maar door de grote schare toeschouwers. Wie moest nu de schade van de verloren oogst betalen? 

De Leerdammer, 22-11-1911







Nieuwe Gorinchemse Courant, 29-2-1912











Een paar jaar later, in 1914, haalt een sportcommissaris (R.J.C.) herinneringen op aan de Europeesche Rondvlucht van 1911. En wat blijkt: Leerdam is onderdeel van een grappige anekdote die de commissarissen jaren later nog aan het lachen maakt. 

Wat is het geval: Barra is gestrand in het Leerdamse aardappelveld (omgedoopt tot 'champ d'aviation'). De carburateur was bevroren en wordt hersteld door de monteurs. Barra is vermoeid van weinig slaap en het reizen in kou en nattigheid. 's Avonds om acht uur ligt hij al op één oor in een kamertje in hotel Boerboom (verbasterd tot 'Bierboom'). Maar dan is er een oploop voor het hotel, het volk wil hem toejuichen en een serenade brengen. Er volgt beraad en een van de Nederlandse sportcommissarissen trekt Barra's outfit aan en neemt op het bordesje van het hotel het applaus in ontvangst, al 'Merci'!, Merci!' roepend. 









Het volk juicht. De trommels slaan. De muziek galmt. Dan ineens ratelt een raampje boven het bordes open en verschijnt het slaperig hoofd van Barra... Het wordt even helemaal stil. Daarna wordt er gelachen en gejoeld.

De Leerdammers willen zingen maar kennen de Marseillaise niet. Dus zingt men de Franse vliegenier toe: "Wien Neêrlandsch bloed door d'aderen vloeit, van vreemde smetten vrij, wiens hart voor land en koning gloeit, verheff' den zang als wij: Hij stell' met ons, vereend van zin, met onbeklemde borst, het godgevallig feestlied in voor vaderland en vorst!"...

Blik in de oude glasblazerij in de glasfabriek Leerdam,
waar vele mannen / arbeiders aan het werk zijn.
Nederland, 1910. [SFA006012919], Het Leven, Spaarnestad Photo


Helemaal wakker na alle commotie gaat de groep kijken of het vliegtuig al gerepareerd is. Achter de ramen van de glasfabriek glinstert het vuur en glas. Mogen ze daar misschien een kijkje nemen? En zo volgt er een exclusieve nachtelijke rondleiding voor de Franse piloot en zijn gezelschap. 






Hierna wil men gaan slapen, maar de Leerdamse notabelen willen nog graag een wijntje drinken met hun gasten. Nachtrust zit er niet meer in. Als Barra vertrekt in alle vroegte worden ze nagestaard door honderden toeschouwers. 

"Zoo nam dat grapje een einde". 

Nieuwsblad van Friesland, Hepkema's courant, 29-4-1914






























































Bronnen: