Posts tonen met het label Nieuwstraat. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Nieuwstraat. Alle posts tonen

14 augustus 2025

Scholen in Leerdam door de eeuwen heen


In deze blog probeer ik een overzicht te geven van de scholen die Leerdam door de eeuwen heen heeft gekend. Misschien is het behulpzaam als je weet dat je overgrootouders of andere voorouders in Leerdam op school hebben gezeten en je je afvraagt welke school dat precies was. 

Aanvullingen, correcties of extra informatie zijn van harte welkom!
















___________________

Franse, 'Nederduitsche', Latijnse (kost)scholen

Van oudsher was er een Latijnse school (gevestigd aan de Hoogstraat), Nederduitsche (=Nederlandse) en Franse school in Leerdam. Vaak bestonden ze naast elkaar. In de volksmond werd een school waar ook Frans werd gegeven een 'Franse school' genoemd. Naast de dagscholen waren er ook kostscholen in Leerdam.

  • In een archiefstuk uit 1428 wordt besproken wat te doen als de positie van schoolmeester vrijvalt. Dus vanaf de vroege 15e eeuw moet er een stadsschool hebben bestaan. Het schoolhuis stond in de Nieuwstraat. Achter de school lag de kerk, en via het bruggetje over de stadsgracht kon je er ook vanaf het kerkhof komen. Aan de kant van de kerk stond een hek in de omheining van het schoolplein, en langs dat pad liepen de leerlingen ook naar de kerk.
  • Op 25 januari 1590 doet mr. Cornelis Ludinck, bijgenaamd Huigen en vroeger schoolmeester hier ter plaatse, afstand van de volmacht die hij had verleend aan Cornelis Meliszn., voormalig burgemeester.
  • Op 29 februari 1613 draagt Floris Gerritszn. van Woerden over aan Adriaen Geeraertszn. van Ghilsen, schoolmeester te Leerdam, een erfje in de Nieuwstraat, strekkend tot aan de stadsgracht, en grenzend aan de verkoper aan de ene kant en aan de schoolmeester aan de andere kant.
  • In 1623 is Samuel van der Leijden 'Frans' schoolmeester). Bij zijn komst in 1623 wordt er een 'nieuwe getimmede camer' gebouwd voor de stadsschool. De vrouw van Samuel heette Janneke Hullet, wellicht was zij van Franse afkomst.  
  • Vroedvrouw Fijke Hendricx en Cathalijntje Lambersdr. verklaren op 2 juni 1634 dat ongeveer twee jaar geleden Neeltien Ariensdr. een jongetje ter wereld heeft gebracht. De vader kon niemand anders zijn dan Peter Pieterszn. van der Grien, die toen woonde bij Samuel van der Leijden, schoolmeester te Leerdam.
  • In 1640 is Albius Villerius rector van de Latijnse school (die ook kostschool was), waar ook Rogier Jooszn. als schoolmeester werkzaam was. De school bevond zich in de noorderbeuk van de Grote Kerk en had een eigen ingang naast de toren. Andere namen van Leerdammer rectoren: Gerardus Zevenhuijsen, theologiae candidatus, Jordanus a Pavort, theologiae studiosus en Thomas Hessingh, theologiae doctor.
  • In 1640 wordt Johannes Rijser benoemd tot schoolmeester en koster als opvolger van Van der Leijden. Hoewel er veel klachten over zijn functioneren waren, bleef hij tot zijn overlijden in 1670 in Leerdam werkzaam. 
  • In diezelfde periode runt François Verhups een particuliere ‘bijschool’. 
  • Drie bejaarde burgers verklaren in 1648 dat Huibrecht Backers, afkomstig uit Brabant, als schoolmeester en kerkelijk voorlezer werkzaam was in Leerdam en in 1587 is overleden.
  • Rijsers opvolger heet Johannes van den Berg, hij overlijdt in rampjaar 1673. 
  • Adoph Hartwijck Beukenkamp wordt na hem schoolmeester en koster. Omdat hij beschuldigd wordt van herhaaldelijke dronkenschap, wordt deze al snel ontslagen. 
  • Willem Dalman wordt de nieuwe schoolmeester. 
  • De magistraten verklaren in 1678 dat Cornelis Adolph Beuckencamp een zoon is van mr. Adolph Hertigh Beuckencamp, schoolmeester en koster te Leerdam, en dat hij een vrome jongeman is. (kennelijk had deze jongeman een attestatie van goed gedrag nodig bij verhuizing).
  • In 1686 verklaren buren in de Nieuwstraat te Leerdam dat zij mr. Adolph Beukenkamp, schoolmeester, hebben horen klagen dat “Prins hem geen brood meer wilde geven” en dat hij dan ook diens "tackstuyck” (oftewel een stuk bezit/goed dat aan prins toebehoorde) in brand zou steken.
  • Rond 1700 vraagt Dalman toestemming of zijn vrouw Aeltje Kraet (Dalmans echtgenote heette Aeltje Maesdr.? HT) de Franse en Duitse bijschool van Fijke Jansdr. mag voortzetten.  
  • In 1701 kreeg Maria de Lerpinière toestemming om in Leerdam een Franse school te starten, naast de bestaande Latijnse school. 
  • In 1702 geven twee getuigen een verklaring ten gunste van schoolmeester Hendrick van Dommelen, waarschijnlijk als attestatie van goed gedrag, aanbeveling of na een aanklacht. 
  • 1704: het echtpaar Jan Dalman en Maria Pisart begint een kostschool.
  • In 1727 wordt Jacobus Mazewaal schoolmeester, koster en voorzanger in Leerdam genoemd. Hij heeft daarnaast ook een kostschool en is hiermee actief tot in elk geval 1760.
  • 1756-1758: Franse leraar Jacques Toureau en later Johanna van der Mey met haar dochter Wijnholdina Theodora van Zichem richten een kostschool op in Leerdam.
  • 1760: Simon van der Waal heeft een kostschool in Leerdam.
  • Andries Kaptein is schoolmeester van 1766 tot zijn dood in 1785.
  • 1777: predikant Johannes Claessen richt een Latijnse kostschool op voor jongemannen.
  • 1787-1790: Jacob Verhulst volgt Kaptein op, maar vertrekt al snel. 
  • Daarna wordt in 1790 Mees Bazendijk benoemd als hoofd van de Franse kostschool; hij blijft tot 1821.
  • 1821-1856: Jan Voormolen leidt de school. Het is een bloeiperiode voor de kostschool en er zijn jaarlijkse presentaties van de onderwijsresultaten van leerlingen met prijsuitreikingen. 
  • Voormolen wordt opgevolgd door zijn schoonzoon Jan Cornelis Koning (tot 1859).
  • Na 1836 leidt onderwijzeres Geertruida Maria Krom (1806-1871) korte tijd een jongejuffrouwenschool in de Nieuwstraat.
  • 1859-1878: Gijsbertus Blokhuis is een toonaangevend kostschoolhouder; het Leerdamse instituut krijgt landelijke bekendheid en trekt zelfs kinderen uit de koloniën.
  • 1878-1890: Berend Beltman volgt Blokhuis op. Na zijn vertrek in 1890 wordt op de locatie aan de Kerkstraat een (tweede) openbare school gevestigd.

De Leerdamse kostschool ontwikkelde zich zo van een vroege 18e-eeuwse experimentele instelling tot een landelijk gerenommeerde school in de 19e eeuw. In mijn volgende blog lees je meer over de kostscholen van Leerdam.


Links (het witte pand) was de 'Fransche school' -
wat later het kostschool instituut werd










De Leerdammer, 21-2-1894

Het onderwijs op de Franse of Latijnse school was vooral bedoeld voor kinderen uit welgestelde families.

In 1901 werd in Nederland de eerste leerplichtwet van kracht. Kinderen van 6 tot 12 jaar moesten toen verplicht naar school. Er waren wel uitzonderingen: boerenkinderen mochten tijdens de oogsttijd thuisblijven en dochters soms om in het huishouden te helpen. 

Voor die leerplichtwet was er één openbare school in Leerdam. Daarna kwamen er meer, mede als gevolg van de verzuiling en daarbij behorende schoolstrijd. Katholieken en protestanten wilden dat hun eigen (bijzondere) scholen net zoveel subsidie kregen als de openbare scholen. Daar is jarenlang conflict over geweest, tot in 1917 de grondwet werd aangepast en beide soorten scholen gelijkgesteld werden.








___________________

Openbare bewaarschool

De bewaarschool was een voorloper van de kleuterschool, voor kinderen van 3 tot 6 jaar. Het is onbekend in welk jaar de Leerdamse bewaarschool is opgericht, maar in elk geval voor 1893. 

De bewaarschool was gevestigd in de openbare school aan de achterzijde wat nu 'Achter de kerk' heet en jarenlang het achtergedeelte van Kunstmin en daarna het City Theater was. 

De Leerdamsche Courant, 9-12-1896












De leidsters waren de gezusters Dik (in elk geval Trijntje Dik). Daarna werd  Maria Galijn hoofd van de bewaarschool tussen 1897 en 1908. Ook haar zus Dina Bertha (Dientje) Galijn was leidster. De zussen Galijn woonden aan het adres Achter de Kerk 13. Het schoollokaal werd door de gemeente slecht onderhouden en door tijdgenoten 'een hok' genoemd. De kinderen speelden achter de kerk in een stukje van de kerktuin. In 1898 bedroeg het schoolgeld f. 0,15,- per week. 

Het vaderland 15-6-1897



Vanaf 1907 kwam er ook een christelijke bewaarschool. In 1911 zaten daar 20 keer zoveel kinderen op en raakte de gemeentebewaarschool in verval

Zie ook deze foto's: beeldbank openbare bewaarschool


___________________

Christelijke bewaarschool

Het oude schoolgebouw ('Sealthiël') werd vanaf 1907 een christelijke bewaarschool (kleuterschool). Mevrouw A.M. Duetz-van Puffelen stichtte deze bewaarschool. 

De Standaard 11-3-1913




Mejuffrouw A.E. Slof was jarenlang het hoofd. Onder haar leiding bezochten in 1916 zo'n 160 kinderen de bewaarschool en er waren 4 helpsters in dienst. In 1917 vertrok zij naar Rotterdam. 

Andere juffen waren mej. M. de Raat en mej. M. Bullee. Ook zijn bekend: Pieternella Maria Johanna Sanders-Pichal (~1930 hoofd bewaarschool) en Jans Jacobs.

Later werd gebouw 'Maranatha' (dat gebouwd werd in 1926) de plek van de christelijke kleuterschool. Hoofd was in 1946 mevr. Havelaar, juffen waren Lenie van Steijn, Maaike v.d. Hilmevr. De Ridder. Ook waren Jannie van Ettinger, Riet Kempkes en juf Vuist er kleuterleidsters. 

Zie ook: beeldbank christelijke bewaarschool en beeldbank kleuterschool Rehoboth



___________________

Openbare school no. 1 ('Nieuwstraatschool')

Het is niet helemaal duidelijk wanneer de eerste openbare school werd gerealiseerd maar volgens Van Gent werd het het bijbehorende schoolmeestershuis in 1782 gebouwd. Het schoolgebouw bestond uit drie klaslokalen met een woning. De school lang tussen de Grote Kerk (Achter de Kerk) en de Nieuwstraat. (Bron: P.M. van Gent, die gebruik maakte van het dagboek van A. de Wit).

Ongeveer een eeuw lang deed het gebouwd dienst als schoolgebouw, daarna werd het “Kunstmin”. 

In 1873 werd op een plek tussen de Bergstraat en Nieuwstraat een nieuwe openbare school met negen lokalen gebouwd. Dit schoolgebouw - ontworpen door architect Biezeveld te Delfshaven - werd op 30 april 1875 officieel geopend door burgemeester Vogelenzang. 





Opregte Haarlemsche Courant 4-5-1875

 

Opregte Haarlemsche Courant 21-05-1875












Rotterdamsch Nieuwsblad 22-03-1895
Het nieuws van de dag 7-11-1896


 


 


 



De Leerdamsche Courant, 17-1-1894
De Vijfheerenlanden, 14-5-1894





  

De Leerdammer, 17-10-1900






De Leerdammer, 23-3-1901










De heer Jan Fabries was een geliefd schoolhoofd (tussen ~1856-1898). Bij zijn 40-jarig jubileum werd er in Leerdam feestgevierd. Fabries werd opgevolgd door de heer Rinze Geertszn. Bruinsma (1899-1919).  In 1930 is G.C. van de Haar hoofd van de openbare school I. 

In 1898 bedroeg het schoolgeld f. 0,60,- per 4 weken. In 1916 had de school no. I onder zijn leiding een leerlingenaantal van 267; er waren 3 onderwijzers en 2 onderwijzeressen in dienst.

Andere bekende onderwijzer(essen) zijn: C. van Asch (1901-), Pieter Bongers (tijdelijk onderwijzer, 1904-)  [leuk detail, hij is een neef van mijn overgrootmoeder Anna Bongers, HT]Sico Cornelis Bruins (-1900, wordt dan hoofd van de school no. II), mej. Wijtske Bruinsma (dochter van Rinze Bruinsma, 1905-~1911), W. van Daalen (-1923), Durk Demmer (~1906-1908), C. van Deventer (onderwijzeres, 1904-), A.E. van Dijk (helpster handwerken 1900-), E.J. Kamper (onderwijzeres, 1894-1900), Jacoba Johanna de Klerk (helpster handwerken, 1894-),  J. Kuperus, Koeterdink (~1911), Koppenol, B.A. van Kuijk, (~1890), J. de Lange (~1911), W.A. Leenhout (1910->1911), J. van der Meer (-1901), Daniël van der Meulen (~1896), mej. Robbersen (~1906), G.A. de Ruijter (onderwijzeres 1900-), Geertruida Anna Scherrermej. N. Veen (~1911), Mej. Verlee (1902-1903, vervult ziekteverlof G.A. de Ruijter), Johannes Hendrik Veltmeijer (~1911), J. van Wijngen (~1903).

Bij de school hoorde na 1895 ook een 'Rijksnormaalschool'; dit was een voorloper van de kweekschool, een soort combinatie van voortgezet onderwijs en pabo. De heer Jan Temminck volgde hier de heer Fabries op als directeur in 1898, maar in 1900 vertrok deze al naar Dordrecht. 

In de jaren rond 1920 werd de eerste klas van de Kerkstraatschool door ruimtegebrek daar, verplaatst naar de Nieuwstraatschool. 

De school aan de Nieuwstraat werd opgeheven per 1 september 1929 en voortgezet als Openbare Lagere school III (de Ot en Sienschool) aan de Tiendweg.

In de dertiger jaren werd het oude schoolgebouw een stempellokaal voor werklozen. Tussen 1940 en 1945 was het een distributiekantoor. Het deed dienst als kazerne, atelier, verenigingslokaal voor zangverenigingen en bejaardensociëteit. Het gebouw werd gesloopt rond 1973. 

Zie ook deze foto's: beeldbank Nieuwstraatschool en beeldbank Openbare school Nieuwstraat


Nieuwstraat, rechts het schoolhuis,
achter het poortje lag de 'oude' school richting de Grote Kerk.

 

Achterkant Nieuwstraatschool, zijde Bergstraat.




 

Nieuwstraatschool (II) tussen Nieuwstraat en Bergstraat.


  












 

  


___________________

School met de Bijbel ('Bergstraatschool')


De School met de Bijbel is eerst aan de Nieuwstraat (huidig gebouw 'Seälthiël') gevestigd, in 1893 en had drie klassen. Het was de eerste 'bijzondere school' van Leerdam. De grond voor de school en directeurswoning werd ter beschikking gesteld door de hervormde familie Duetz. De bouw en exploitatie werd betaald door de ouders van de kinderen, dit vergde grote offers.

Op 7 september 1892 had de aanbesteding plaats. De opening was op 16 augustus 1893

Vanaf 1898 kwam er een MULO bij, onderwijzer was hier Pieter Maaskant (-1902).

In 1898 bedroeg het schoolgeld f. 0,25,- per week.

In 1906 werd een grotere 8-klassige school aan de Bergstraat (Bergstraatschool) gerealiseerd. Op 18 juli 1906 legde de heer B.L.A. Duetz de eerste steen. Op 7 januari 1907 was de opening door de hervormde predikant Hoekzema en gereformeerde predikant Reijenga. Het eerste bestuur bestond uit A. van Dam (vice-voorzitter), G. van Munster (secretaris), ds. J. van Vliet (penningmeester), D. Jacobs, G.R. Sterk en G. de With Pzn.

In 1906 had de school 254 leerlingen. In 1909 was dit aantal al gestegen tot 383. 

In 1916 bezochten 381 kinderen de school met de Bijbel, op dat moment geleid door Cornelis de Vries. Er waren 6 onderwijzers, 2 onderwijzeressen en 2 vakonderwijzeressen in dienst. 

Gooi- en Eemlander 22-2-1918










In 1930 is de heer J. Ketel hoofd van de School met de Bijbel. 

De school werd gezien als 'Gereformeerd'. Later ontstond er uit onvrede onder de 'hervormden' een hervormde school: de Julianaschool. Later zouden beide scholen weer fuseren.

In 1946 waren er 213 leerlingen, maar dit aantal daalde naar 170 in 1952. De Bergstraatschool is aan het wegkwijnen rond de jaren '60. Jonge gezinnen verdwijnen uit de binnenstad naar de nieuwe wijken. De school wordt dan ook in 1962 opgeheven en de leerlingen gaan naar de Julianaschool. De afdeling VGLO wordt een zelfstandige school o.l.v. (voormalig hoofd) de heer De Leeuwerik. 

Bekende onderwijzers van deze school: mej. Den Adel (~1920), mej. Bakker (~1920), G. van den Broek (~1908), W. Bruinsma (1919-), mej. Cor de Jongh (1935-1962, daarna 1962-1979 Julianaschool), L. Hekman (~1908), mej. Hinsbergen (~1920), Van Houwelingen, Ate van der Kooi (-1909), mej. Loenhout (~1920),  Klaas Mulder (1898-1904), Raman (1896-, schoolhoofd), Willem Ras (~1920), Van Rheenen (~1920), Steenbergen (~1920), Verbeek (~1920), Cornelis de Vries  (schoolhoofd, 1893-1923), T. de Vries Czn. (~1920), E. Wijnberg (~1894-1896), Zandstra (~1920). 

Zie ook: beeldbank School met de Bijbel en beeldbank Bergstraatschool






 











___________________

Openbare school no. 2 ('Kerkstraatschool')


Tot 1890 was de kostschool van Blokhuis gevestigd in de Kerkstraat. Het oude schoolgebouw werd daarna heringericht voor een openbare school no. 2. De openbare school no. 1 aan de Nieuwstraat raakte overvol. Er werd een openbare school no. 2 opgericht. Rond 1898 huurde de gemeente het woonhuis van houthandelaar Cornelis Dirk Grijns voor de school II. 

De leerplichtwet trad in en er ontstond nog meer ruimtegebrek.  Het oude schoolgebouw van de oude 'Franse school' aan de Kerkstraat werd afgebroken en op dezelfde plek werd in 1901-1902 een nieuwe 7-klassige school gebouwd. De school werd gebouwd op de plaats van huis en erf van Cornelis Dirk Grijns die in 1892 was vertrokken naar Utrecht. Het adres was toen Kerkstraat 10-12. 



De Leerdammer, 25-8-1900
   
De Leerdammer, 17-8-1901



 





















 



Tijdens de sloop en bouw werd er lesgegeven in 'Kunstmin'. Op 9 november 1901 werd de school aanbesteed, de eerste steen werd gelegd door burgemeester Tukker op 5 april 1902 en 30 september 1902 werd de nieuwe school in gebruik genomen. Waarschijnlijk was dit gebouw een ontwerp geweest van architect Van Rijnsbergen uit Nijmegen.  

In 1898 bedroeg het schoolgeld f. 40,- per 3 maanden en bij twee kinderen f. 70,-; de boeken waren gratis. De school kende een uitgebreid leerplan (talen en wiskunde) voor jongens en meisjes.

Bekende onderwijzers aan de Kerkstraatschool waren: Mej. De Boer, Sico Cornelis  Bruins (schoolhoofd 1-9-1900 tot 04-1906),  D.J. van Hernen (schoolhoofd 1930-), Arie van den Heuvel (~1897-1901), mej. Jansen (~1921), Alphonsus Arnoldus Kemperman (1920-), J. Jongkind, S. Knegt (1906-), H.J. Kress (1904-), B. Koolwaay (~1901-1906), mej. Kruiswijk, B.A. van Kuijk (~1892), H.F. Morra (-1892), Engelbert van Muilwijk (1910->1935), Justus Paulus Renardel de Lavalette (~1883-1914), mej. Scholten (~1894-1903), de heer W.H.C.T. Sasse (1902-), Tavenier (-1929), J. Temminck (-1900), mej. Toepel, Jan de Vries (1908-hoofd ~1930), Jacob Verheul (~1914), mej. H.J. Walg (~1911), Jan Zorn.

Geert de Boer was hoofd van de school tussen 1906 en 1908. Op 15 januari 1916 waren er onder leiding van schoolhoofd Jan de Vries 3 onderwijzers en 3 onderwijzeressen in dienst voor 260 leerlingen (inclusief de MULO).

De school werd meestal de Kerkstraatschool genoemd. Het waren 4 klassen voor het lager onderwijs en 3 klassen voor de MULO. In 1930 was er een splitsing: het lager onderwijs en de ULO gingen door en de MULO verdween.

Rond 1978 is het schoolgebouw gesloopt en in 1981 is het perceel verkocht. 

Zie ook: beeldbank Kerkstraatschool 


 



___________________

Openbare school no. 3 ('Tiendwegschool' of 'Veltmeijerschool')


In het zich uitbreidende Leerdam werd - na enige discussie in de gemeenteraad -  in 1907 een nieuwe school gebouwd op land aangekocht van de heer C. Winkler, schoonzoon van Paulus F. Pelgrim. Tegelijktijdig werd een  gymnastieklokaal aan de Noordwal gerealiseerd. Op 3 september 1907 was de aanbesteding en in 1908 werden beide gebouwen in gebruik genomen. 

Vanaf 1914 tot waarschijnlijk 1921 was de heer Thomas Martinus Johannes Donkersloot hoofd van school III. Er waren in 1916 258 leerlingen, 3 onderwijzers en 2 onderwijzeressen. De heer J. Veltmeijer was hoofd van de school (1921->1930). Naar hem ging de school 'Veltmeijerschool' heten. Andere bekende leerkrachten waren: mej. Brouwer, Kroeske, Justus Carel Louis Renardel de Lavalette (1912-1918), mej. Van Meeuwen, J.H.K. Slotboom, Willem de Stigter, Vroeghmej. De Waal

Zie ook: beeldbank Veltmeijerschool en beeldbank Openbare school no. III


  



___________________

Julianaschool


In 1913 werd een 'Hervormde school' opgericht. Het schoolgebouw was een ontwerp van architect J. Dik. Aannemer was J. Jakobs. Op 5 september 1912 werd door het dochtertje van dominee Van Vliet de eerste steen gelegd. Op 14 februari 1913 werd de school geopend door dominee Kijftenbelt. De heer Atze Jellema uit Andelst werd tot schoolhoofd benoemd (1913-1919) en daarnaast onderwijzer Verhoeven en onderwijzers A. van Luttervelt (1913-1914). In april 1913 kon een vierde leerkracht worden benoemd: onderwijzeres L. Tas. 

De Julianaschool telde in 1916 213 leerlingen, het personeel bestond uit 1 onderwijzer en 4 onderwijzeressen. 

Na het overlijden van Jellema wordt de heer Verhoef hoofd van de Julianaschool (1920-1927). De heer Jacob Swank was lange tijd directeur, tussen 1928 en 1962. Hij werd opgevolgd door de heer Meijdam.

In 1922 kwam het tot een fusie van de Bergstraatschool en de Julianaschool: de Vereniging voor Christelijk onderwijs kwam tot stand. Later zou de Groen van Prinsterschool erbij komen. 

In 1923 werd de school uitgebreid met een ULO. Deze groeide dusdanig dat de ULO van school no. 2 werd opgeheven in 1933. 

Door uitbreiding van wijk Oost nam het aantal leerlingen in 1946 (258) toe tot 270 in 1952. 

Bekende docenten van de Julianschool: ArnoldussenM.A. van Bezooijenmej. M. Bergsma (~1915), A. de Leeuw (~1938), mej. Den Adel (~1945), De Bruin (wellicht Martinus Adrianus Jan de Bruijn 1917-1919), Van der Craats, P. van Dam (~1925), mej. D. van Delsen, mej. Donga (~1949), G.W. Gijzel, Van de Griendt, Van Ham (~1966), H. Hageman (~1946), J.W. van Heerde, mej. Hobma, P.A. de Hoon (~1925-~1926), Van Iterson (~1956), mej. C. de Jong (~1915), Kesse, W. Konijn (1964-1972), Jacob de Kool (1920-~1930), K. Kuil (~1936, na 1945 ULO), mej. Kempmej. Klinkenbijl, T. v.d Leeden,  mevr. J. Maaijen (1956-1982), M. Meidam, Floor Meydam (1946,1949-1953, daarna ULO),  Lena van Munster (~1944), V.d. Pol (~1956),  mej. A. C Romein (~1915), G. Roos, J. van Rijsbergen, mej. Siermans, mej. Sommer (die later zou trouwen met directeur Swank, 1932-), mevr. SiemensM. Smits, mej. L. Tas (1913->1915), J.W. de Veer (~1933), D. Verhoef (~1925), G. Verhoef (~1938), H. VerhoevenM. Verhoeven (~1915),  M. de Wit, J. de Wit (~1938), mw. Van Zomeren (~1956).

Tijdens de vacaturenood rond 1958 werd er een beroep gedan op gehuwde onderwijzeressen als mevr. Ramond, mevr. Ketel-Vinke, mevr. Meydam en mevr. Van Kempen. In 1962 had de ULO 350 leerlingen. 

Zie ook: beeldbank Julianaschool



___________________

Huishoud- en Industrieschool


In 1913 besluit de gemeenteraad tot het stichten van een 13-klassige openbare school voor lager onderwijs inclusief gymnastieklokaal, schoolbad, lokaal voor schoolarts en portierswoning. Daarbij een MULO en de bouw van een onderwijzerswoning. Zijn deze plannen aangepast? Hoe dan ook: in 1913-1914 wordt een Huishoud- en Industrieschool gebouwd aan de Watertorenlaan door aannemer Boei. 

Op 30 juli 1913 werd door notaris De Kruijff de eerste steen gelegd en G.C. van Arkel hield als voorzitter van De Middenstand een openingsrede. Op 18 maart 1914 had de officiële opening plaats door burgemeester Tukker. 

In 1916 wordt deze school bezocht door 88 leerlingen. De Tekencursus heeft 75 cursisten en de Handelscursus telt 20 deelnemers. Deze onderwijsinrichting ging uit van de Middenstand. 

Zie ook: beeldbank Industrieschool en beeldbank huishoudschool



___________________

St. Canisiusschool (later: Floris Radewijnszschool)


In 1925 werd een 3-klassige Rooms-Katholieke basisschool in Leerdam opgericht aan de Meent. Op 15 september 1925 had de inwijding plaats door C.F. Leblanc. De architect van de school was H.J.A. Bijlard. De school zou in de jaren ’40 even de naam 'Mariaschool' hebben gedragen. Later, vanaf in elk geval 1945, werd zij omgedoopt tot Floris Radewijnszschool, vernoemd naar Floris Radewijnszn. (ca. 1350–1400). Hij was een geboren Leerdammer, die als rijke koopman in Deventer uitgroeide tot een van de eerste leiders van de Moderne Devotie. Samen met Geert Groote vernieuwde hij het geestelijk leven door eenvoud, gemeenschap en persoonlijke vroomheid te benadrukken.

In 1930 was de heer J. Versteeg hoofd van de school. In 1942 werd E.W. Sanders hiervoor benoemd. In 1985 telde de school 297 leerlingen en vierde de school haar 60-jarig jubileum. In 1963 neemt de heer Lieverse na 24 jaar gewerkte te hebben in Leerdam afscheid van de school. Zijn opvolger is J.F. van der Waarden, die in 1982 vertrekt. 

Zie ook: beeldbank Canisiusschool en beeldbank Radewijnszschool



___________________

Ot en Sien-school, voortzetting school no. 1


In 1927 werd een nieuwe 3-klassige openbare school opgericht aan de Tiendweg. De school werd (inclusief de twee beelden 'Ot en Sien' naar Jan Ligthart) ontworpen door architect Otto Baarda. Timmerman-aannemer M. Boer uit Leerbroek is de laagste inschrijver bij de aanbesteding voor f. 29438,- voor de bouw. Op zaterdag 11 september 1929 werd de school door burgemeester Mees in gebruik genomen. 

In 1929 was G.C. van de Haar schoolhoofd. Andere bekende personeelsleden zijn: mej. E. Jansen (-1930), mej. H. Verstegen (1930-), J.A. Walter (schoolhoofd -1935), dhr. H. van Overhagen (1935-~1948), A.J. de Graauw (onderwijzer, waarnemend hoofd 1940).

Zie ook: beeldbank Ot en Sienschool


 


Achter de Ot- en Sienschool werd op 1 september 1959 een noodschool gerealiseerd voor de ULO (Uitgebreid Lager Onderwijs). Later werd dit de MAVO. Er werd een nieuw pand gebouwd in 1964 aan de Tiendweg. In april 1990 zou er een fusie volgen tussen De Lingestreek en school voor beroepsonderwijs Leedestein tot Glasstad-scholengemeenschap. Deze was gevestigd aan Molenlaan en Tiendweg.

In 1985 zijn er vier openbare scholen in Leerdam: de Ot- en Sienschool, de Veltmeijerschool, De Wiekslag en De Hobbitstee.

De Ot- en Sienschool heet nu: 'Het Mozaïek'. Maar Ot en Sien staan nog steeds in de voorgevel. 


___________________

Groen van Prinstererschool


In 1927 werd de Groen van Prinstererschool gerealiseerd als derde Christelijke school van de Vereeniging voor Christelijk onderwijs. Deze school werd ontwerpen door architect Jetze Willem Janzen

In 1930 was de heer Arnoldussen hoofd van de school. B. de Boer was hoofd van de school tussen 1958 en 1962 (daarna werd hij de opvolger van de heer Swank op de Julianaschool). 

In 1950 kwam ook de Da Costaschool in wijk West waar de heer G. van Doorn hoofd werd. 

Zie ook: beeldbank Groen van Prinstererschool


 


___________________

Fabrieksschool Glasfabriek

Ook de glasfabriek had een eigen school om mensen op te leiden voor het ontwerp- en glasblazersvak.

In 192 werd door de Glasfabriek arbeidersgebouw 'Ons Huis' geopend aan de Tiendweg. Hier werden in de wintermaanden verschillende cursussen gegeven in taal en rekenen, hand- en ontwerptekenen, constructietekenen en elektriciteitsleer. 

In 1940 richtte A.D. Copier de Glasschool op en een bijbehorende Decoratiecursus. Overdag kregen de leerlingen praktijklessen glasblazen en glasslijpen in de fabriek. 's Avonds kregen ze theorielessen. De Glasschool en Decoratiecursus hebben een grote invloed gehad op de ontwikkeling van het Nederlandse glas. 

Door de veranderde wetgeving in 1947-1948 stopte de toestroom van leerlingen. De industrie mocht geen jongeren onder de 14 jaar aannemen. In Leerdam gingen de jongens naar de ULO of MULO. In 1954 kwam er een technische school in Leerdam. Pas in 1958 kwam daarbinnen een opleiding op gang met een nieuwe cursus voor glasmakers en slijpers maar de animo was minimaal. Al in 1962 werd de opleiding beëindigd.  

Zie ook: beeldbank Glasschool 

Alg. Handelsblad 21-12-1946














___________________


Bronnen:

  • Blom, F.L., Kent u ze nog... de Leerdammers (1972), illustratie 15, 16, 20, 27, 30, 32, 42, 43, 54, 64, 67, 85 en 94.
  • Blom, F.L., Leerdam in oude ansichten deel 1, 4e druk (1987), pag. 47.
  • Blom, T.A., Leerdam in oude ansichten deel 2 (1980), illustratie 47, 59, 106, 111.
  • Gent, P.M. van, Leerdam door de eeuwen heen, (1933), pag. 416-419.
  • Haagsman, Dick, Leven binnen de Leerdammer vrijheid, 2e druk (2022), pag. 269.
  • Ham, G. v.d., Julianaschool 1913-1988 (1988).
  • Grabowsky, ir A.I. m.m.v. B. de Keijzer, Leerdam, oud-rechterlijk archief 1590-1602, 1611-1614, 1620-1719.
  • De Leerdammer, 21-9-1898 (vacatureadvertentie voor een directeur van het post- en telegraafkantoor). 
  • Nieuwenhuis, Gerrit, presentatie 'Naar school', gegeven voor de Historische Vereniging Leerdam (2022).
  • Geurtz, Laurens en Joan Temminck, Glasschool Leerdam (2015), pag. 9, 14, 178, 179.
  • Veer, E.J.C., Over verleende octrooien, jrg. 7, nr. 2, via Historische Vereniging Leerdam.
  • Veer, E.J.C., Ds. Johannes Claassen (1734-1812), jrg. 7 nr. 3 en 4, jrg. 8, nr. 1 via Historische Vereniging Leerdam.