Willem Westerhout (1688-1731) in het Rasphuijs van Delft vanwege het doden van zijn vrouw






Willem Adrienszn. Westerhout, landman, kleinzoon van kunstschilder en kastelein Adriaen van Nuijssenburg uit de vorige blog, was gedoopt op 5 februari 1688 in Schoonrewoerd.

Hij treedt op 20-jarige leeftijd op 3 juni 1708 in Schoonrewoerd met de 21-jarige Neeltje Liefhebber in het huwelijk. 


Huwelijksinschrijving trouwboek Schoonrewoerd







Neeltje, dochter van Thomas Liefhebber en Pietertje Peel, wordt ook wel Nelligje Peel genoemd, naar de achternaam van haar moeder. Neeltje was op 1 januari 1687 gedoopt in Schoonrewoerd.


Willem en Nelligje krijgen zeven kinderen: Jannetje (1709), Pietertje (1711-1778), Eeltje (1712), Tomas (1714-ws. voor 1724),  Adriaen (1715-1803), Antonet/Annigje/Netje (1719-1761) en Thomas (1724-1787).


In diverse notariële akten komen we de naam van Willem Westerhout tegen. 



Willem Adriaenszn. Westerhout en Bart Heijmenszn. verkopen op 9 mei 1709 een huis met boomgaard, gelegen op het dorp Schoonrewoerd, aan Leendert Tomaszn. Liefhebber voor ƒ. 900-0-0 vermeerderd met ƒ. 24-4-0 voor 'wijncoop'. Het perceel was boven naast de Kalversteeg gelegen met beneden het kerkhof, strekkende voor vanaf de oude halve Huijbert tot achter de 'schoolmeesters pastorie'. Verkopers kwamen in het bezit van het verkochte uit de nalatenschap van Tomas Corneliszn. Liefhebber. (ORA Leerdam 21 f,69).

Op 28 november 1710 verklaart Willem Adriaenszn. schuldig te zijn aan de heer Gheerderus Crinius, predikant te Hagestein, ƒ. 2431-5-0 inzake een lening van tweeduizend gulden en de rest als rente tegen 5% per jaar. Hierop diende schuldenaar binnen drie weken ƒ. 431-5-0 te voldoen. Onderpand is zijn hofstede met berg en schuur op acht hond land op de polder Cortgeregt en zes mergen land gelegen op de polder Overheijcoop. (Aantekening in de marge: '9 augustus 1713 de lening en alle verschuldigde rente voldaan'.) (ORA Leerdam 21 f,99).

Willem Adriaenszn. Westerhout, wonende op de polder Cortgeregt onder Leerdam compareerde voor schepenen van Leerdam op 10 augustus 1713 en transporteerde ten behoeve van de heer Johan van der Leede, rentmeester van het weeshuis te Culemborg, zes mergen land, gelegen op de polder Overheijcoop, strekkende vanaf de Huijbert tot achter aan het 'kielspit' van Overboeijcoop, boven naast gelegen de Huijbert en beneden de erfgenamen van Jan Willemse Verweij. (ORA Leerdam 22 f, 14v).

Op gelijke datum verkoopt hij aan zijn broer Jan Adriaenszn. Westerhout 'den vrije eijgendom van seekere tien houtboogh ofte bouwlant ofte soo groot ende cleijn 't selve gelegen leijt op den polder Cortgeregt', boven belendend land van hemzelf en beneden de erfgenamen van Geerloff Adriaenszn. Hartich. (ORA Leerdam 22 f, 14v).

Hij leent 27 oktober 1713 opnieuw, nu achthonderd gulden van de heer Govert Verploeg op onderpand van zijn hofstede, berg en schuur op acht hond land, staande en gelegen op de polder Cortgeregt, boven naast geland Jan Adriaenszn. Westerhout en beneden de Beecksteegs. Deze schuld werd afgelost op 22 april 1724, want op die datum verkoopt Willem Adriaenszn. zijn bezit aan zijn broer Jan Adriaenszn. Westerhout voor 1250 gulden. (ORA Leerdam 22 f, 18v).

Op de 'Ordinairis Regtdagen' van de Stad en het Graafschap Leerdam dient op 2 januari 1721 en 27 maart 1721 een door Hilligje van Veen, weduwe van Gerrit Maertenszn. Heijcoop, als schuldeiseres aangespannen zaak waarbij ook de borgen Cornelis Janszn. van Santen en Gerrit Peterszn. Zijdervelt worden aangesproken voor door Willem Adriaenszn. niet nagekomen verplichtingen. (ORA Leerdam 210).

Op 1 oktober 1723 wordt Willem Adriaenszn. opnieuw gedaagd, nu door de heer Hendrik Verploeg als erfgenaam van zijn vader Govert Verploeg, waarbij als borgen worden gedagvaard Jan Adriaensz. Westerhout en de weduwe en boedelhoudster van Gerrit Teuniszn. Liefhebber. 
Schepenen verordenen dat binnen twee maanden een publieke veiling van het verbonden onroerend goed zou plaatsvinden, waarvan de kooppenningen in handen van eiser dienden te worden gesteld. Uiteindelijk resulteert dit in een overdracht op 22 april 1724 van het onroerend goed zoals hiervoor vermeld. Het is niet duidelijk of deze eigendomsoverdracht via een publieke veiling of onderhands plaats heeft gevonden.
Duidelijk is wel dat Willem Adriaenszn. Westerhout in de periode 1710-1725 een financiële puinhoop van zijn leven heeft gemaakt, waarbij hij het ene gat met het andere probeerde te dichten. Uiteindelijk kan niet worden voorkomen dat hij alles kwijtraakt en zijn familieleden waaronder zijn broer en zwager die zich tot borg hadden gesteld, worden aangesproken. (ORA Leerdam 210).


Geldzorgen kunnen een bron van spanningen en ruzie zijn. Zou Nelligje woorden hebben gehad met haar man? In elk geval is een conflict haar noodlottig geworden. 


In de stadsrekening van Leerdam over 1726 wordt het volgende vermeld: 

“Comt schepen Jan Meijer, stads chirurgijn, als betaelt hebbende opt schouwen vant lijk van Nelligje Peel, huijsvr: van Willem Adriaansz. Westerhout, die gestooken was geweest en gestorven, zoo aan den als chirurgijns, mitsgaders verteeringe als anders, volgens notitie ƒ.16:7:0” (in de marge: 'quitantie op het dubbeld, 30e september 1727)


Op 8 april 1726 wordt de 39-jarige Nelligje begraven in Schoonrewoerd.


In de stadsrekening van Leerdam over 1728 staat het volgende genoteerd:

'Comt den secretaris Johan Mijtens zoo wegens verschot van zeegels in verscheijde crimineele proceduuren als verdient salaris over 't schrijven van interrogatorien als 't aanteekenen der responladen op de zelve mitsgrs: verklaringe en attestatien onder eede als andere actens in den jaare 1727 en 1728 wegens 't geval van Johanna Vermeulen, item wegens Hans Willems Metz, over 't quetsy van de nagt roepen, en tegens Willem Adriaansz. Westerhout over 't grieven van zijn vrouw, als in verscheijde andere gevallen, volgens pertinente notitie, eene somme van negen en veertig gis: twee strs: ƒ. 49:2:0'

'Comt als procureur Willem Exalto, mede wegens verschot en salaris in verscheijde crimineele proceduuren in de voorschreven jaaren 1726, 1727 en 1728, zoo tegens Hans Willems Metz als over 't inwinnen der informatien over 't mishandelen van Johanna Vermeulen, mitsgrs: tegens Willem Adriaansz. Westerhout, welke declaratien te zamen beloopen eene somme van drie honderd agt en sestig gis: seeven strs: dog vermits die van de Magistraat het daer over met der zelver procr: Exalto niet konde eens worden, is gesolveert het zelve te stellen ter taxatie van de onpartijdige practizijns, dus voor als nu ten voluijt gezet ter somme van ƒ 250:0:0'. (In de kantlijn werden twee aantekeningen gemaakt: [1] 'quitantie 24e december 1731', en [2] 'werd hier wegens dese post nader te modereren maer geleden by provisie ƒ.200:0:0')

'Bij de rendant betaald uijt de hier vooren in ontfang gebragte genegotieerde sestien honderd gls: (...): en eijndelijk nog aan onkosten over den gevangen Willem Adriaansz. Westerhout, zoo aan de onder Schout Jan Middelman voor daggelden, wage vragten en verteeringe met hem te haalen uijt den Haag en te brengen na Delft in 't Rasphuijs, en 3 1/2 jaar logis geld bij avan aldaar, de sakkedragers in hem te bewaaren, schuijte vragten heen en weer, als mede den diender van de Justitie voor kostgeld en verdiensten te zaamen twee honderd en vijfftig gls: twaalff strs.'
 

Willem Adriaanszn. Westerhout blijkt voor het Hof van Holland veroordeeld tot 3½ jaar opsluiting in het Rasphuijs te Delft wegens het doden van zijn vrouw.

Een rasphuis is een tuchthuis waar veroordeelde (mannelijke) misdadigers als werkstraf verfhout (onder meer brazielhout) moeten raspen ten behoeve van kleurstof voor de verfindustrie.


Het Rasphuis aan de Geerweg, in de 18de en 19de voor een deel ook wel Nobelstraat genoemd. Het tuchthuis was gevestigd in het voormalige St. Anna-klooster. Boven de deur staat nog: Dit is S: Anna. Daarboven een reliëf van twee raspende gevangenen., Abraham Rademaker (1676-1735)



















Dick Haagsman deed onderzoek naar een andere Leerdammer die in Delft gevangen zat. Hij kwam in het archief in Delft ook de eindafrekening over april 1728 tot september 1729 voor de Leerdammer Willem Adriaenszn. Westerhout tegen. 

Hij schrijft: "De eindafrekening laat zien dat Stad en Graafschap Leerdam voor hem met het St. Joris Gast- en Tuchthuis het gebruikelijke contract heeft gesloten waarin niet alleen de detentie is geregeld, voor veertig gulden per jaar, maar ook het leren van een ambacht, voor vijfentwintig gulden. Tenslotte is er voor acht gulden en drie stuivers kleding verstrekt. De rentmeesters van Leerdam en het Tuchthuis sluiten in 1729 de boeken omdat Willem op 21 september is uijtgebrooken. Leerdam vraagt en krijgt fl.31-17-0 terug op het gegeven voorschot van fl.150.12 –"


De ontsnapte Willem blijkt nooit meer thuisgekomen. 

In het begraafboek van de Oude Kerk van Delft staat opgetekend: begraven 11 juli 1731: "Willem Adriaensz."



Jacob Elias la Fargue (1735-), Oude Delf en Oude Kerk, ca. 1770, 
[P303_1N004], Topografie van Nederland, Universiteitsbibliotheek Leiden



















Bronnen: 

  • Een Leerdammer gevangen in Delft, Dick Haagsman, via Historische Vereniging Leerdam
  • Cornelis Paulus Westerhout (1823-1881) en zijn voor- en nazaten over 450 jaar, opgenomen in de Genealogie Westerhout, A. Groen en A.M.C. Groen-Westerhout, pag. 170
  • Het gezin van Willem Adriaenszn. Westerhout, A. Groen en A.M.C. Groen-Westerhout, in: Gens Nostra, jaargang 56, nr. 6, juni 2001, pag. 398-401, zij raadpleegden:
    • A. Groen en A.M.C. Groen-Westerhout, Genealogie Westerhout, 450 jaar het geslacht Westerhout uit het Graafschap Culemborg, Soest 1996
    • Cornelis Paulus Westerhout (1823-1881) en zijn voor- en nazaten over 450 jaar, opgenomen in de Genealogie Westerhout, A. Groen en A.M.C. Groen-Westerhout, pag. 90-91, 158-162
    • Alg. Rijksarchief, ORA Leerdam, inv. nr. 21 folio 69
    • Alg. Rijksarchief, ORA Leerdam, inv. nr. 21 folio 99
    • Alg. Rijksarchief, ORA Leerdam, inv. nr. 22 folio 14v
    • Alg. Rijksarchief, ORA Leerdam, inv. nr. 22 folio 18v
    • Alg. Rijksarchief, ORA Leerdam, inv. nr. 210. 
    • Oud-archief Leerdam, inv. nr. 344
    • Oud-archief Leerdam, inv. nr. 346
    • Begraafboek Oude en Nieuwe Kerk Delft, inv. nr. 48

Reacties

Populaire posts van deze blog

Pel Marinus van Gent (1894-1949), geschiedenisschrijver van Leerdam

Bernard Johan ter Haar, grondlegger van de NV Ter Haar en Schuijt (1866-1934)

De katholieke kerk (Kerk van de H. Maria Onbevlekt Ontvangen) en begraafplaats (Sint Barbara) in Leerdam