Remplaçanten bureau aan de Leerdamse Hoogstraat (1834)
![]() |
Lbl Meertens 32802 (liedtekst), Wouters/Moormann, Meertens Instituut, Amsterdam. Straatlied. |
Werd een man ingeloot, dan kon deze eerst proberen een reden voor vrijstelling aan te voeren. Redenen waren dat iemand te klein was, een lichamelijk gebrek had, dat een of meerdere broers in dienst waren (van een gezin met een even aantal zoons moest de helft in dienst, van een oneven aantal het kleinere deel), of dat hij bijvoorbeeld theologie studeerde. In de meeste gevallen werd hij een jaar vrijgesteld en moest hij zich het volgende jaar opnieuw aanmelden. Dit tot een maximum van vijf jaren, evenredig aan hoelang de dienstplicht duurde.
Als er geen reden tot vrijstelling was, dan kon een vervanger worden aangesteld. Dit kon een remplaçant zijn (iemand die zich dat jaar niet hoefde aan te melden) of een nummerverwisselaar (iemand die dat jaar was uitgeloot). Die plaatsvervanger hoefde niet per se uit hetzelfde dorp of dezelfde stad te komen.
Op de Leerdamse Hoogstraat A47 vestigde zich in 1834 een bureau dat plaatsvervangers regelt. Een zeker Jacobus van den Meulen verplaatst dan zijn kantoor van Rotterdam naar Leerdam.
![]() |
Rotterdamsche Courant, 11-11-1834 Ruim een jaar eerder waren ze verhuisd naar de Kaasmarkt in Rotterdam: |
![]() |
Rotterdamsche Courant, 23-05-1833 |
Het inzetten van een plaatsvervanger was een kostbare aangelegenheid, maar toch werd er nogal eens gebruik van gemaakt. Rijke boerenzoons of andere jongens die onmisbaar waren voor de voortzetting van een bedrijf, konden zich zo’n plaatsvervanger veroorloven.
Maar mogelijk viel de animo voor de heren van het remplaçanten kantoor in de regio Leerdam toch wat tegen. Al in 1836 verhuizen Jacobus en zijn compagnon naar Woubrugge, bij Leiden.
![]() |
Opregte Haarlemsche Courant, 22-03-1836 |
Wel maken zij bekend dat de directeur van het Leerdamse postkantoor, de heer Hessingh, gevolmachtigd is zaken voor hen te doen.
![]() |
Opregte Haarlemsche Courant, 21-04-1836 |
Omdat het vervangingssysteem een grote invloed had op het aantal vrijwilligers - je verdiende meer door je te laten inkopen als vervanger, dan je aan te melden als vrijwilliger! -, werd het remplaçantenstelasel in 1898 afgeschaft en vervangen door de persoonlijke dienstplicht. In 1922 werd de Dienstplichtwet ingesteld en was de Nationale Militie verleden tijd. Het lotingsysteem werd in 1938 afgeschaft.
Bron:
Krantenberichten, genoemd hierboven
@Heidi Timmer
Reacties
Een reactie posten