29 juli 2025

Glasblazers gezang - het hutterslied van Leerdam


Het is bekend dat glasblazers met hun geoefende longen uit volle borst konden zingen. Hun stemmen vulden de lucht rond de Leerdamse glasfabriek, waar open ramen en luiken een wanhopige poging deden de verzengende hitte van binnen te verdrijven. Volgens overlevering was het - vaak meerstemmige - gezang op windstille avonden tot in Heukelum te horen.

Op zomeravonden verzamelden mensen zich op de dijk om te luisteren naar het zingen van de glasblazers. Ze hoorden dan liederen als Droomland en Het zonnetje gaat van ons scheiden

Een vast repertoire was er niet, maar meestal ging het om wat weemoedige, melancholische liederen. Rond de kerstdagen werd het gezang aangepast.

Het waren geen lofliederen op het werk. De hitte, het vuil en de lange werkdagen zorgden voor saamhorigheid — en die vond haar uitdrukking in het gezamenlijke zingen. 

Het zingen van glasblazers was een bekend fenomeen, ook in de glasfabriek van Schiedam. Bekend is dat hier vaak werd gezongen "Wordt het dan nooit geen zaterdagavond, zaterdagavond zeven uur?"  Dit lied werd gezongen rond 1900, in een tijd waarin de zesdaagse werkweek nog de norm was en de werkdag op zaterdag pas om zeven uur ’s avonds eindigde.


Herman Heijenbrock, 1871-1948
De glasfabriek te Leerdam.
Bron: Rijksmuseum






















In Duitsland is er in 2018 onderzoek gedaan naar de liederen van glasblazers door Klaus Jahn, Willi Steger en Karl-Heinz Reimeier. Hun (Duitstalige) boek Glasmacherlieder, eine kulturhistorische Betrachtung und Sammlung von Glasmacherliedern  biedt een cultuurhistorische beschouwing en verzameling van glasblazersliederen. 

Het boek bevat liederen uit Beieren, Bohemen, Thüringen, Frankrijk en België. Het boek is een mooie bijdrage voor het behoud van dit waardevolle muzikale erfgoed nu veel glasblazerijen zijn verdwenen en deze liederen verloren dreigden te gaan. 

De auteurs beschrijven hoe het werken in een kleine ruimte, de onderlinge afhankelijkheid tijdens het werkproces, het zware werk onder verzengende hitte en het gevaar van brand, de gemeenschapszin  en het saamhorigheidsgevoel vormden. Dit alles droeg ook bij aan de bijzondere vroomheid en godsvrucht die kenmerkend was voor de glasblazers.

Met de oprichting van dorpsglasblazerijen in Duitsland in de 16e eeuw ontstond er een rijke traditie van zang en instrumentale muziek. De dag begon vroeg, vaak al om vijf uur ’s ochtends, en duurde tot in de avond. Muziek speelde daarbij een belangrijke rol: van de wekoproep en het zingen van koralen tijdens het morgengebed tot gezelschapsliederen die tijdens het werk of in de herberg werden gezongen. Terwijl men ’s ochtends wachtte tot het glas de juiste temperatuur had bereikt om te bewerken, vulden twee uur lang geestelijke liederen de werkruimte.

Rond 1750 trokken verschillende glasblazersfamilies, zoals Pelgrim en Wiegel, vanuit de Harz en het Weserbergland naar Nederland. Ze vestigden zich onder andere in Leerdam, waar hun ambacht en muzikale tradities verderleefden.

In 1776 kwam Joh. C. Sömer naar Leerdam. Hij had eerder al diensten geleid in Heusden, en met zijn komst groeide in Leerdam het verlangen om ook eigen kerkdiensten te houden. Op zon- en feestdagen kwam de gemeenschap samen in de glasblazerij, "tot het doen van gebeden, het singen van psalmen en geestelijke liederen, het voorleesen van stigtelijke en toepasselijke predicatieën".

De glasblazers die waren vertrokken naar het buitenland, zongen ook weemoedige Heimat-lieder zoals dit Boheemse lied. De rondtrekkende glasmakers namen dit lied overal mee naartoe.

Hoewel er, voor zover mij bekend, geen specifieke liederen van Nederlandse glasblazers bewaard zijn gebleven, moet zang ook hier een belangrijke rol hebben gespeeld.



Uit een groep Leerdamse glasblazers is het Stedelijk Leerdamsch Mannenkoor "Zang & Vriendschap" ontstaan, opgericht op 18 augustus 1928. Die oprichting vond plaats in de sorteerkamer van de glasfabriek. 

Twintig mannen waren daarbij aanwezig, onder wie Jan en Willy Peters, Arie en Bernard Roomer, en dirigent Gerrit den Hartog. Jan Peters werd voorzitter, Bernard Roomer secretaris, Joost den Hartog penningmeester, Bernard van Lavieren muziekcommissaris en Bernard Ketelaar algemeen commissaris.

Karel Wasch stelde namens de glasfabriek de gemeenschapsruimte "Ons Huis" aan de Tiendweg beschikbaar voor de zangrepetities op de zaterdagavonden. 

Het Stedelijk Leerdamsch Mannenkoor "Zang & Vriendschap" in 1930










 



Glasblazers werden vaak 'hutters' genoemd. De arbeiders, van origine vaak van Duitse afkomst, werkten in de zogenaamde "Glashütte", glashutten (vert.: glasoven, glassmelterij). Zo had je de 'zwarthut' (waar ze vooral groene flessen maakten), de 'withut' waar ze vooral blank glas bliezen (glazen, veldflessen) en de 'oude hut'. De weg van de Lingedijk naar de Tiendweg omlaag, werd het 'Hutterspad' genoemd. De Lingedijk in de buurt van de glasfabriek heette in de volksmond de Huttersdijk.


Op een gravure uit 1876 zie je drie hutten met opvallende puntige koepeldaken, typisch voor glasfabrieken van vóór 1900.
Die daken waren niet zomaar zo gebouwd: bij potovens gingen de rookgassen via een opening in de oven de fabriekshal in, en door de taps toelopende vorm van het dak (met kap en windborden) werkte dat dak eigenlijk als een soort schoorsteen




Een Leerdams lied dat gaat over het gezang van de glasblazers heet dan ook het Hutterslied



HUTTERSLIED

"Midden in het land is ’n stad aan de Linge,
Midden in het land ligt het stadje Leerdam.
Waar je dan ’n koor bij ’t werk hoorde zingen
Als je dan ging wandelen en langs de hutters kwam.

(REFREIN)

Duizend keer, kon dat lied wel gezongen zijn.
En steeds weer hoorden wij weer ’n nieuw refrein.
Elke keer, gaf het koor weer ’t tempo aan
Van het ritme dat kon bekoren
Zolang we daar moesten blijven staan.

’t Was zowaar in de 30'er jaren
Want dat is alweer lang geleê.
Hoorde je altijd hetzelfde liedje
Van zwaluw, waar ga jij toch heen?
Waar moet ik nu m’n voedsel halen
En zo hoog in de blauwe lucht.
Steeds klonk dan weer dat mooie liedje
Van zwaluw, waarheen is toch je vlucht.

Een vierstemming koor een geluid uit duizend kelen
Heel wat liedjes zingen, kwam toen uit hun mond.
Want die warmte kon er die mensen niet schelen
En waar iedereen z’n bestaan toch maar vond.

Bloed en zweet, is daar soms wel eens heengegaan
En het koor heeft toch altijd maar mooi gestaan
Maar toch weer klonk het vaak door de hele stad.
Van ’n zonnetje dat ging scheiden
We zongen het nog op het hutterspad.

Duizend keer, kon dat lied wel gezongen zijn.
En steeds weer hoorden wij weer ’n nieuw refrein.
Elke keer, gaf het koor weer ’t tempo aan
Van het ritme dat kon bekoren
Zolang we daar moesten blijven staan."


Het Hutterslied, gezongen door Annabel (Aartje van Willigen-van Suylekom), de Linge Rakkers (accordeon muziekgroep) en het Hutterskoor, is eens opgenomen door Clavigram (Louis van Emmerik) o.l.v. J.G. van Willigen in de katholieke kerk aan de Meent:




Vermoedelijk is dit Leerdamse hutterslied vlak na 1962 ontstaan. Anita Berry had in 1962 namelijk een hit met 'Middellandse Zee' en de melodie en het refrein van dit lied zijn (deels) overgenomen. 


Het 'Hutterslied' verwijst naar het volgende lied wat in de jaren '30 populair was "Zwaluw waarheen is uw vlucht? Hoog in de lucht!"


 
"Zwaluw, waarheen is uw vlucht? "
via:
 Nederlandse Liederenbank,
Meertens Instituut



















Van dit oude jaren '30-lied vond ik een opname. 


Oom Koos en Tante Riek met orkest, "Zwaluw waarheen is uw vlucht" (ca 1930):



In 1990 ging de negende scène van het volksspektakelstuk 'Hutters' over de werkende én zingende glasblazers. 

Tien keer – op de vrijdagen en zaterdagen tussen 26 mei en 29 juni 1990 – werd dit openluchtkijkspel opgevoerd op de kade aan de Zuidwal, onder leiding van artistiek leider Marij van den Heuvel. Ongeveer 250 Leerdamse spelers namen eraan deel. Rien Kroon trad op als verteller en het publiek kreeg een beeld van hoogtepunten uit 225 jaar Leerdamse geschiedenis.

In het onderstaande filmpje is scène 9 terug te zien vanaf de 47e minuut:





Bronnen:

  • Facebook pagina Oud-Leerdam.
  • Imthorn, Peter, "Glasblazers" op Familie Imthorn.nl
  • Liedblad, DE LOTELING of Rekruut van 1894, 4 liederen, circa 1894, Lbl Meertens 31002 (liedblad), Wouters/Moormann, Meertens Instituut, Amsterdam.
  • Pater, J. de, 'Een greep uit de geschiedenis van de glasindustrie in ons land', deel 1, uit: Sceydam nr. 4, okt. 1993 via De Oude Flesch
  • Vlaardingen, Arie van, Met lof van de jury,  een historische schets van het stedelijk Leerdams mannenkoor Zang en Vriendschap t.g.v. het 75 jarig jubileum in 2003, pag. 7.
  • Website Evangelisch-Lutherse gemeente Leerdam 


 

25 juli 2025

De familie Duetz in Leerdam (1862-1917), handel en onderwijs als levenswerk


In 1861 vestigt de familie B.J. Duetz zich in Leerdam. Vooral het gezin van zijn zoon, B.L.A. Duetz, zou later een stempel drukken op het christelijk onderwijs en het lokale politieke leven. De naam Duetz leeft voort in Leerdam door de B.L.A. Duetzstraat.


De familie B.L.A. Duetz had grote invloed op het Leerdamse gemeenschapsleven. (foto uit 1917)













We volgen het familieverhaal van dit gezin, wat zijn oorsprong vindt in Duitsland. 


Bernardus Josephus Louis Duetz werd op 10 december 1820 geboren in Gescher als zoon van Bernard Joseph Theodor Duetz (brantweinbrenner, grootgrondbezitter, zoon van de burgemeester van Gescher) en Anna Maria Elisabeth (Lisette) Hinricker. 

In 1820 maakte Gescher deel uit van het Koninkrijk Pruisen, binnen de provincie Westfalen. Deze provincie was na het Congres van Wenen (1815) gevormd toen Pruisen grote delen van West-Duitsland kreeg toegewezen.

In Duitsland was het vroeger gebruikelijk om jongens binnen een familie allemaal dezelfde eerste voornaam te geven, vaak een religieuze naam zoals Johann of Christian. De tweede voornaam diende als roepnaam. Die eerste familienaam was in het gezin Duetz de naam Bernardus, deze droegen vader en alle zoons. Bernardus Josephus zal dus waarschijnlijk de naam Joseph(us) als roepnaam hebben gedragen. 

Trouwens, over de achternaam Duetz: die spreek je uit als Düts, Duuts! In 1721 werd de achternaam als Düeß geschreven. 

Josephus was epileptisch en daarom vrijgesteld van de dienstplicht. Hij wordt koopman in textielIn die periode stond de regio Münsterland, waar Gescher toe behoort, bekend om huisnijverheid, vooral in linnen- en textielproductieDuetz trok waarschijnlijk, net als veel andere Duitse marskramers, met een handkar en rugzak vol lappen stof van boerderij naar boerderij. 

Josephus vindt na een periode reizend koopman te zijn geweest in Leerdam zijn vaste woonplaats. Zijn oudere halfbroer Anton en jongere broer Willem hadden hem naar Nederland vergezeld, zij werden winkeliers in Wijk bij Duurstede. (Willems Atelier Duetz zou bestaan tot 2024).

In Nederland raakten vooral de Duitse zakenlieden Anton Sinkel van de Winkel van Sinkel in Utrecht, de gebroeders Brenninkmeijer van C&A en Anton Dreesmann van V&D bekendEen andere Duitse manufacturiers die in Leerdam neerstreek was Grosse Hamberg



Josephus trouwt als hij 23 jaar oud is, op 25 oktober 1844 in Vreeland, wat ligt tussen Hilversum en Amsterdam, met de 28-jarige Elizabeth Zwiers die in de buurtschap Hare, bij Oldemarkt in Overijssel was geboren. 

Op 13 juli 1845 wordt in Ingen bij Lienden een dochtertje geboren: Lisette. Haar leven is echter van korte duur, want al de volgende dag, op 14 juli, overlijdt ze. Twee jaar later, op 23 augustus 1847, wordt in Amsterdam opnieuw een dochter geboren. Ze krijgt de naam Jeanetta Lisetta.

Het jonge gezin blijft niet gespaard van verdriet. Op 23 april 1849 sterft Josephus' echtgenote Elizabeth, op slechts 32-jarige leeftijd.


bron: CBG.nl








Op 13 januari 1855 treedt de dan 34-jarige Josephus in de plaats Kamerik-Mijzijde in het huwelijk met de 23-jarige Catharina Jeanette Idenburg. Zij is een dochter van Abraham Idenburg (heel- en vroedmeester, geneesheer) en Virginie Emerentienne Jonker. 

Josephus en Catharina krijgen samen tien kinderen:

  1. Bernard Anton, geboren op 1 december 1856, overleed op 3 december 1856 te Kamerik
  2. Bernard Louis Anton, geboren op 2 april 1858 te Kamerik
  3. Vergienie Emertine Jaqueline, geboren op 16 maart 1860 te Kamerik
  4. Maria Elizabeth, geboren op 9 augustus 1862 te Leerdam
  5. Abraham, geboren op 26 juni 1865 te Leerdam
  6. Bernard Willem, geboren op 7 december 1868 te Leerdam
  7. Petrus Johannes, geboren op 8 juni 1870 te Leerdam
  8. Maria Antonia, geboren op 15 november 1872 te Leerdam
  9. Everhardus Jacobus, geboren op 15 februari 1875 te Leerdam
  10. Fokke Jonker, geboren op 11 februari 1879 te Leerdam


 

Bijzonder is dat Josephus katholiek werd gedoopt en in Lienden ook als katholiek geregistreerd staat. In Amsterdam echter wordt hij ingeschreven als 'Evangelisch-Luthers'. En in het bevolkingsregister van Leerdam is te zien dat deze aanduiding ('E.L.') later is doorgestreept en vervangen door 'N.H.', wat staat voor Nederlands Hervormd. Zijn eerste echtgenoot Elizabeth was gereformeerd, Catharina is hervormd. 

Josephus vestigt zich 23 mei 1861 als reiziger (reizend koopman, handelsreiziger) aan de Kerkstraat A120 in Leerdamlater worden dit de nummers 154209 en A334. Nu is het Kerkstraat 44-48. Het pand was eens eigendom van Gerrit van Voorthuijsen, een rentenier die grutter in Leerdam was geweest. 

Duetz gaat zijn waren vanuit de winkel in Leerdam verkopen, al is het goed mogelijk dat hij in eerste instantie of daarnaast in de regio nog rondtrok om zijn spullen te verkopen. 

Ze moeten buren zijn geweest van de familie Sussenberg van Hotel De Nederlanden die woonde op nummer A121. 

Begin 1882 wordt het woon- en winkelhuis verbouwd naar een ontwerp van architect Dik. Het wordt dan ook in drie delen gesplitst.


Nieuwe Gorinchemse Courant 22-1-1882











Links op de foto, op de plek van het voormalig Drossaardshuis vestigt Duetz zijn grossierderij en detailhandel in manufacturen en confectie:





















Het pand wat de familie Duetz gaat bewonen, grenst links aan de renaissancistische inrijpoort, die naar schatting rond 1570 werd gebouwd. Over de vraag of deze poort oorspronkelijk tot het Schoonhuys of het Drossaardshuis behoorde, bestaat discussie. Catharina van Groningen en Teunis Blom betwijfelen de relatie met het Schoonhuys, terwijl Dick Haagsman veronderstelt dat het monumentale karakter van de poort erop duidt dat zij er wel degelijk bij hoorde. 

Het Schoonhuys werd na de verwoesting van het kasteel door de Spanjaarden in 1574 door het Leerdamse stadsbestuur aangeboden aan prinses Maria van Nassau. De graaf of gravin mocht er gebruik van maken, terwijl ook de drossaard in het pand woonde. Het Drossaardshuis werd in de 19e eeuw afgebroken en nieuwe panden verrezen naast het oude poortje. 

De familie Duetz nam dus haar intrek op een locatie met een rijke historie.


De jongste broer van Catharina, François Leopold Idenburg, medicinae doctor, trouwt in 1861 met de in Leerdam geboren Jannetta Christina Pelgrim en gaat in Asperen wonen. Zo krijgt Catharina familie vlakbij zich. 

Het zakenleven gaat Josephus Duetz goed, zo lijkt. Zo komen we B.J. Duetz tegen als vennoot van de Leerdamsche Stoombootmaatschappij (Ned. Staatscourant 22-4-1865) en als vennoot van de Leerdamsche Bad- en Zweminrigting-maatschappij (Ned. Staatscourant 2-9-1882).


B.J. Duetz, bron: MyHeritage















Op 5 januari 1883 richten Bernardus Josephus Duetz en zijn oudste zoon, Bernardus Louis Anton Duetz, samen een vennootschap onder firma op onder de naam 'Firma B.J. Duetz en Zoon'.


Nederlandsche Staatscourant 15-1-1883 













Nederlandsche Staatscourant 10-2-1896










In 1866 wordt de winkel van Duetz in Leerdam bezocht door een oplichtster:

Algemeen Politieblad van het Koningrijk 
der Nederlanden, 1866, via CBG.nl









De Vijfheerenlanden 26-5-1889







De Vijfheerenlanden 25-10-1890







Nieuwe Gorinchemse Courant 9-10-1898













De tien kinderen van Josephus groeien op en treden in het huwelijk. Zijn oudste zoon Louis Anton zet het familiebedrijf in Leerdam voort. 

Josephus en Catharina gaan in oktober 1894 met hun dochter Maria Antonia in Utrecht aan de Burgstraat 74 wonen. 

Op 28 februari 1895 overlijdt Catharina Jeannette Duetz-Idenburg op de leeftijd van 63 jaar. 

De Leerdammer 2-3-1895











Dochter Maria Antonia keert eind 1895 terug naar Leerdam en trouwt een maand later. 

Op 18 februari 1896 treedt Josephus voor de derde maal in het huwelijk. In Utrecht trouwt hij, 75 jaar oud, met de 49-jarige Maria Johanna Wilhelmina Spies. Josephus verhuist met zijn vrouw naar de Van Asch van Wijckskade 9 in Utrecht.

Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad 19-2-1896







In september 1899 verhuizen ze naar Zeist.

Na een huwelijk van zes en een half jaar overlijdt Maria daar in 1902 op 56-jarige leeftijd, waardoor Josephus voor de derde keer weduwnaar wordt.

Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad 8-9-1902








Op 3 juni 1907 overlijdt Bernardus Josephus Duetz te Zeist, 86 jaar oud. 

Hij werd begraven op de Oude Begraafplaats in Leerdam, bij zijn tweede echtgenote Catharina.


Het nieuws van de dag 5-6-1907
De Vijfheerenlanden 8-6-1907


___________________


Kinderen van Josephus en Elizabeth:

1. Lisette Duetz, *13 juli 1845 te Ingen bij Buren, † 14 juli 1845 (op de leeftijd van 1 dag) te Ingen bij Buren.

2. Jeanetta Lisetta Duetz, *23 aug. 1847  te Amsterdam, † 28 juli 1886 (op de leeftijd van 38 jaar) te Alkmaar. Gehuwd op 7 jan. 1874 te Sittard met Renier Adolph Kusters (1847-1916). Zij kregen zes kinderen. 

Als zij trouwt in 1874, geeft haar vader Josephus schriftelijk toestemming, maar is niet aanwezig bij het huwelijk. Haar oom Willem Duetz, winkelier in Wijk bij Duurstede is wel getuige. 

Jeanetta L. Duetz, bron: MyHeritage










Kinderen van Josephus en Catharina: 

1. Bernard Anton Duetz, *1 dec. 1856 te Kamerik, † 3 dec. 1856 te Kamerik (op de leeftijd van 2 dagen).

2. Bernard Louis Anton Duetz, *2 apr. 1858 te Kamerik, gehuwd 10 juni 1887 te Middelburg met Antoinette Maria van Puffelen (1862-1929), koopman, eigenaar grossierderij en detailhandel in manufacturen en confectie† 14 juli 1918 (op de leeftijd van 60 jaar) te 's-Gravenhage. Zij kregen 9 kinderen waarvan er een jong overleed.


Opregte Haarlemsche Courant 7-4-1858





De Standaard 13-6-1887
"Familie Duetz met staande rechts Bernhard Louis Anton Duetz (1858-1918).
Zittend tweede van links zijn vrouw Antoinette Maria van Puffelen.
Het staande paar links waarschijnlijk hun dochter
Catharina Jeanette met W.C.M.J. Snijders." 
Bron: beeldbank HVL. (foto uit 1917)

























B.L.A. Duetz was de medegrondlegger van het christelijke onderwijs in Leerdam. De eerste christelijke school (nu: Sealthiël) verrees in de achtertuin van de familie Duetz. 

Op 18 juli 1906 legde hij de eerste steen voor de nieuwe 8-klassige bijzondere school (Bergstraatschool) aan de Bergstraat. De school werd op 7 januari 1907 officieel geopend.

De Vijfheerenlanden, 9-4-1892







Duetz was lid van de Anti-Revolutionaire Partij en bekleedde jarenlang een zetel in de gemeenteraad. Daarnaast diende hij geruime tijd als diaken in de hervormde kerk. 


De Standaard 22-7-1902










Nieuwe Gorinchemse Courant 4-1-1903






De Duetzstraat in Leerdam werd aangelegd rond de mobilisatietijd (1914–1918), als onderdeel van de uitbreidingsplannen van de vereniging Patrimonium. De straatnaam vormt een eerbetoon aan zijn betekenisvolle bijdrage aan het Leerdamse gemeenschapsleven.

De 3 Provinciën 18-8-1916





 


De Telegraaf 19-4-1917







De winkel van Duetz werd overgenomen door de firma Gebroeders Snoek te Gorinchem (Duetz bleef wel vennoot) en Louis Louis Anton en Antoinette verhuisden naar 's-Gravenhage. 


De Nederlander en De Standaard 15 en 16-7-1918
De Vijfheerenlanden 20-7-1918




De Standaard 16-7-1918







































Nieuwe Utrechtsche Courant 18-8-1933





















Ook echtgenote Antoinette zette zich in voor het onderwijs. In het oude gebouw van de allereerste christelijke school ('Sealthiel') richtte Antoinetta Maria Duetz-van Puffelen in 1907 een christelijke kleuterschool (toen bewaarschool genoemd) op. Juffrouw Slof stond daar jarenlang aan het hoofd. Ook werd door Antoinette een naaivereniging gehouden waar ze naai- en breilessen gaf. 


De Vijfheerenlanden, 10-8-1892





De Vijfheerenlanden, 1-1-1896





De Leerdammer 18-4-1908


















De Nederlander 11-3-1913





De Leerdamme, 7-12-1929
Deli Courant 4-12-1929











De Leerdammer 11-1-1930



















De Standaard 19-8-1933
  

De Leerdammer 14-11-1936



























3. Vergienie Emertine Jaqueline Duetz, *16 mrt. 1860 te Kamerik,  † 12 okt. 1891 (op de leeftijd van 31 jaar) te Leerdam. Zij is begraven op de Oude Begraafplaats in Leerdam. 


4. Maria Elizabeth Duetz, *9 aug. 1862 te Leerdam, gehuwd 24 aug. 1882 te Leerdam met haar neef Alexander Willem Fredrik Idenburg (1861-1935,  gouverneur-generaal van Nederlands-Indië 1909-1916, gouverneur van Suriname 1905-1908 en minister van Koloniën 1902-1905, 1908-1909, 1918-1919), † 11 jan. 1939 (op de leeftijd van 76 jaar) te 's-Gravenhage. Zij kregen drie kinderen.

Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad 12-8-1882









De Standaard 25-8-1882





























































Alg Handelsblad 1-3-1935

De Leerdammer 6-3-1935

















Alg. Handelsblad 11-1-1939














De Standaard 12-1-1939
Nieuwe Utrechtsche Courant 16-1-1939

































5. Abraham Duetz*26 juni 1865 te Leerdam, gehuwd op 7 apr. 1892 te Utrecht met Henrietta Justine Sophia Verhoeff (1866-1933), arts,  † 9 mrt. 1932 (op de leeftijd van 66 jaar) te Wassenaar. Zij kregen twee zoons en een dochter.

Alg. Handelsblad 10-3-1932

   
Alg. Handelsblad 3-10-1933

















6. Bernard Willem Duetz*7 december 1868 te Leerdam, gehuwd op 7 juni 1900 te Amsterdam met Jeannette Marguerite Cladder (1868-1938), musicus, † 8 jan. 1940 (op de leeftijd van 71 jaar) te Bergen op Zoom. Zij kregen drie dochters. 


De Vijfheerenlanden 10-3-1906


De Vijfheerenlanden, 30-11-1892
 









Alg. Handelsblad 9-1-1940



















7. Petrus Johannes Duetz*8 juni 1870 te Leerdam, gehuwd op 19 aug. 1901 te Grootegast met Zwaantje Reintjes (1877-1953), † 27 mrt. 1944 (op de leeftijd van 73 jaar) te Driebergen-Rijssenburg. Zij kregen drie dochters.


Friesche Courant 28-3-1944




















8. Maria Antonia Duetz*15 nov. 1872 te Leerdam, gehuwd op 29 jan. 1897 te Leerdam met Simon Knöps (1869-1956, arts), gescheiden van tafel en bed in 1906,  † 23 okt. 1960 (op de leeftijd van 87 jaar) te Sommelsdijk. Zij kregen zeven kinderen.

Eilanden Nieuws 25-10-1960























9. Everhardus Jacobus Duetz*15 feb. 1875 te Leerdam, gehuwd op 26 okt. 1915 te Amsterdam met Maria Arentzen (1882-1956), majoor der genie, 1e luitenant genie, † 31 jan. 1960 (op de leeftijd van 84 jaar) te Utrecht. Er zijn geen kinderen bekend.

De Standaard 17-2-1875






De Vijfheerenlanden 27-7-1892




Bron: CBG.nl














10. Fokke Jonker Duetz, *11 feb. 1879 te Leerdam, gehuwd op 26 jan. 1909 te Utrecht met Clasina Alida van Dokkum (1882-1949),  geneesheer† 24 aug. 1946 (op de leeftijd van 67 jaar) te 's-Gravenhage. Zij kregen drie zoons.


De Vijfheerenlanden 13-7-1892





Het Vaderland 27-1-1909








____________________


Toen Maria Elizabeth Idenburg-Duetz (echtgenote van de toenmalige gouverneur-generaal van Nederlands-Indië) met het schip Tambora in Nederland was aangekomen voor familiebezoek, stond haar broer Louis Anton Duetz haar op te wachten met een rijtuig bij het station van Leerdam

Een korporaal uit de buurt, die de heer Duetz kende en diens zus mevrouw Idenburg-Duetz van een foto herkende, besefte direct wie hij voor zich had. Hij waarschuwde de dienstdoende korporaal van de wacht, die meteen zijn mannen bijeenriep. Toen het rijtuig voorbijreed, stond de wacht in formatie en presenteerde het geweer aan de dame van stand. De hooge vrouwe dankte voor deze aardige attentie met een vriendelijken hoofdknik... 


De Standaard 17-9-1914













____________________


De winkel van Duetz werd rond 1917 overgenomen door de firma Gebroeders Snoek te Gorinchem. 

De Drie Provinciën 16-3-1917

De Drie Provinciën 17-6-1917











De Drie Provinciën 24-5-1918















De Standaard 23-5-1918

De Standaard 20-9-1918



















Links op onderstaande foto is zichtbaar de voormalige winkel van Duetz, de winkel van de firma Gebr. Snoek tot in elk geval in de jaren '60:

De naam 'Snoek' is leesbaar op de rijwielstalling:



























In het pand was later meubelzaak Ellens gevestigd, daarna gevolgd door De Noorderpoort, Kien, Vögele, Van Best Schoenen/Best Shoes, Blokker en Wibra. 









De achterkant van het huis aan de Kerkstraat in 1979




















Tot slot een publicatie uit De Gecombineerde van 1962, waarin B.L.A. Duetz wordt genoemd. Het geeft zijn rol weer bij de stichting van de eerste School met de Bijbel en hoe hierop teruggekeken werd. 

De eerste bijzondere school werd in 1892-1893 gebouwd in de Nieuwstraat, letterlijk in de achtertuin van de familie B.L.A. Duetz. Dit schoolgebouw is het tegenwoordige 'Sealthiël'. Omdat bijzonder onderwijs in die tijd niet werd gesubsidieerd, stelde Duetz een deel van zijn tuin gratis beschikbaar voor de bouw. 

Toen deze school uit zijn jasje groeide en in 1908 de nieuwe grotere christelijke school aan de Bergstraat werd geopend, werd vervolgens de bewaarschool (kleuterschool) ondergebracht in het oude schoolgebouw. 

Ook zijn er twee woningen gebouwd aan de Nieuwstraat, in de tuin van het vroegere drossaardshuis, voor de hoofden van de christelijke scholen.  (F.L. Blom in Leerdam in oude ansichten, pagina 89.). Op deze foto zijn ze rechts te zien. Dit gebouw werd later de bibliotheek en het huidige verenigingsgebouw 'Ora en Labora'.


De Gecombineerde 18-8-1962











































Bronnen:

  • Bevolkingsregister Amsterdam: Duetz-Zwiers.
  • Bevolkingsregister Lienden: Duetz-Zwiers.
  • Bevolkingsregister Leerdam 1850-1861: Duetz-Idenburg.
  • Bevolkingsregister Leerdam 1862-1870: Duetz-Idenburg.
  • Bevolkingsregister Leerdam 1870-1880: Duetz-Idenburg.
  • Bevolkingsregister Leerdam 1880-1896: Duetz-Idenburg.
  • Bevolkingsregister Utrecht: Duetz-Idenburg.
  • Bevolkingsregister Utrecht: Duetz-Spies.
  • Blom, F.L., Kent u ze nog... de Leerdammers (1972), illustratie 28.
  • Blom, F.L., Leerdam in oude ansichten deel 1 (1987), illustratie 12.
  • Blom, Teunis, Bewaarde Schoonheid (2011), pag. 50-53 en 121.
  • CBG.nl (foto's fam. Idenburg-Duetz).
  • Facebook pagina Oud-Leerdam.
  • Gent, P.M. van, Leerdam door de eeuwen heen (1933), pag. 417 en 434.
  • Groningen, Catharina L. van, De Vijfheerenlanden met Asperen, Heukelum en Spijk (1989), pag. 52.
  • Haagsman, Dick, Leven binnen de Leerdammer vrijheid (2022), pag. 47.
  • Rhoen, R.P.M.,  "Duetz kledingzaken, begonnen in een café" in: Oud-Utrecht, tijdschrift voor geschiedenis van stad en provincie Utrecht, 85e jrg., dec. 2012, pag. 151-153. 
  • Stambomen Van der Maat en Bargsma via GeneologieOnline.nl incl. recente update per mail - met dank aan R. van der Maat.