Posts tonen met het label Copier. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Copier. Alle posts tonen

7 augustus 2025

Villa 'In den Bongerd' aan het Laantje van Van Iperen 64 - ontworpen door architect Jetze Willem Janzen

 

Architect Jetze Janzen gaf het Laantje van Van Iperen extra allure met een charmante, karakteristieke villa, gebouwd ergens tussen 1915 en 1919. 

Het pand kenmerkt zich door zijn sfeervolle uitstraling en de markante rieten kap, wat bijdraagt aan het landelijke karakter van de woning. Opvallend zijn de speels geplaatste vensters in diverse vormen die het geheel een expressief en ambachtelijk karakter geven.


'In den Bongerd' 
Foto: Gerard Dukker, februari 1988. 
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 268.353

























Een opvallend element is het vijfhoekige raam (vijfhoek, pentagoon) aan de voorzijde van de villa. Dit verwijst naar de theosofische overtuigingen van degene de hoogstwaarschijnlijk opdrachtgever was voor de bouw van de villa: Petrus Marinus (Marijn) Cochius, directeur van de glasfabriek. 

Het uitgangspunt bij de hoeken van het raam was waarschijnlijk een pentagram, een vijfpuntige ster. In de theosofie staat het pentagram symbool voor de mens als microkosmos en voor de harmonie tussen geest, materie en kosmos. De theosofie stelt dat ware schoonheid gebaseerd is op universele, kosmische geometrische vormen zoals vierkanten, cirkels en driehoeken. 

Als theosoof (vanaf 1 september 1902 was Cochius lid (nr. 22088 van loge Unattached (Adyar) te Leerdam) en vrijmetselaar was Cochius onder andere vicaris-generaal van de Vrije Katholieke Kerk, oprichter van de St. Michaelsstichting, lid van de Orde van de Ster in het Oosten en leider van de Praktisch Idealisten Associatie. Hij hield zich onder andere bezig met de leer van Krishnamurti


Bart Peizel (1887-1974), portret van
P.M. Cochius in vrijmetselaarspose,
1928, olieverf op doek,
hoofdcollectie Glasmuseum. 

De theosofie ontstond aan het eind van de 19e eeuw, in een periode waarin mensen zich losmaakten van traditionele religies en nieuwe manieren zochten om kennis en inzicht te verwerven. De Nederlandse tak, de Theosofische Vereeniging Nederlandsche Afdeeling, werd op 14 mei 1897 in Amsterdam opgericht, voortgekomen uit de in 1875 in de VS gestichte Theosophical Society, later gevestigd in Adyar (India). De leer richt zich op het vinden van een gemeenschappelijke kern tussen wetenschap, filosofie en religie, verwerpt dogma’s en hanteert het motto: “Geen godsdienst boven waarheid.”








Er zijn aanwijzingen dat de bouwstijl Amsterdamse School is beïnvloed door de theosofie, waarvan bijvoorbeeld ook Berlage, De Bazel en Lloyd Wright aanhangers waren. Onder de ontwerpen van iemand als De Bazel zat een slim meetkundig systeem verborgen, gebaseerd op de gulden snede (5:8); schoonheid kwam immers voort uit een duidelijke geometrische ordening. Binnen de Amsterdamse School kwam er ook aandacht voor organische vormen. Gebouwen krijgen een vorm bepaald door de natuur, door bomen, planten of organische structuren. 

Ook deze villa vertoont stijlkenmerken van de Amsterdamse School, zoals de voordeur met rondboog en de zorgvuldige detaillering. De woning is opgetrokken met houten delen en voorzien van een rietgedekt schilddak dat elegant over de gevels buigt. Voor de vloer en wanden van de hal en badkamer van de woning aan het Laantje van Iperen gebruikte men grijs en diepblauw graniver (steenglas), een product dat de Glasfabriek sinds 1921 op de markt bracht, op initiatief van directeur Cochius (zie de achtergrond van Cochius' portret, gemaakt door Bart Peizel). Waarschijnlijk behoorde villa In den Bongerd dus tot een van de eerste huizen waarin ze werden verwerkt. Architect Janzen was de eerste die goede toepassingen met graniver wist te maken. 

Karel Wasch (directiesecretaris van de Glasfabriek, schrijver en ook theosoof) noemt drie andere uitgevoerde graniver-ontwerpen van Janzen: de vloer van een jaarbeursstand, gevlamd zwartgroen naast crèmig-geel. Een schoorsteenmantel (voor de Ideal Home Exhibition in 1923 in Londen) opgebouwd uit kleine stukjes in donkere tint, lijkend op een mozaïek. En de vloer voor een Centrale in de kleuren geel en groen. Het huis bezit Vitrica glas-in-lood, ontworpen door Andries Copier. 

Villa 'In den Bongerd' was oorspronkelijk slechts 26 vierkante meter groot. Het laantje waar het aan lag, werd genoemd naar de bewoners van boerderij 'Lingesigt' rond 1880-1913: Jan en zijn zus Aantje van Iperen. Het huis ligt vlakbij de villa's langs de Lingedijk: 'Lingesigt' (b.j. 1912) en 'Prana' (b.j. 1914) en 'De Vischkom' (b.j.1928).











































De ontwerper van villa "In den Bongerd"


Jetze Willem Janzen (1891-1957) was een zoon van Jetze Janzen, banketbakker, en Sijke Molenaar uit Harlingen. Na de driejarige HBS en de ambachtsschool volgde Janzen een opleiding tot architect. Hij werkte bij diverse architecten en was vanaf rond 1915 actief in Leerdam, waar hij onder meer glasfabrieken, woningen (o.a. wederopbouw afgebrande woning aan het Lingeplein in 1917),  een catechisatielokaal aan de Nieuwstraat (1926), een school aan de Tiendweg en 2 nieuwe lokalen aan de Groen van Prinstererschool (1929) en een verenigingsgebouw ontwierp. Ook tekende hij de verbouwingsplannen voor Tavenu (1919). 

In deze periode kwam hij ook in contact met toonaangevende architecten als De Bazel en Berlage. Berlage noemt hem als een van de medewerker van de glasfabriek "die het Leerdamsche" glaswerk typeerden", naast Lanooy, De Lorm, Lebeau, Gidding en hemzelf. 

In 1916 volgde hij Bernard Thöne op als directeur van de Maatschappij tot Exploitatie van Onroerende Goederen "Leerdam". 

Janzen toonde al vroeg vernieuwende ideeën. In 1918 ontwierp hij voor een prijsvraag een vooruitstrevende, compacte keuken met een ingebouwde ijskast, vuilniskoker en centrale stofzuiginrichting. In 1920 won hij een prestigieuze prijsvraag van het genootschap Architectura et Amicitia voor een woning met een minimaal verbruik aan warmte, licht en kracht. Zijn ontwerp trok ook internationaal de aandacht.

In 1923 ontwierp hij een graniver schouw voor de 'Ideal Home Exhibition' in Londen, een jaarlijkse beurs voor binnenhuisarchitectuur. Janzen werd gezien als een van de vooruitstrevende jonge architecten van zijn tijd en werd, samen met Wils, Oud en Rietveld, uitgenodigd om zijn werk op tentoonstellingen in Duitsland te presenteren.

In 1924 ontwierp Janzen vierkante glazen bouwstenen voor de Glasfabriek, die onder de merknaam Vera Lux op de markt werden gebracht door de firma Emile Sanders - door Sanders zelf uitgebreid met een sterkere driehoeksvariant. Deze stenen in Leerdam gefabriceerd zijn in tal van bouwwerken verwerkt, ook in verschillende gevels in Leerdam. De Vera-lux GS 9 vind je in de gevels van Hoogstraat 27, Fonteinstraat 2 en 4, Meent 9 en 11 en Nieuwstraat 62. Vaak wordt ten onrechte aangenomen dat Berlage deze glazen bouwstenen ontwierp. 

Jetze Janzen trouwde in 1922 met Hendrika Catharina Bruinsma (1890), onderwijzeres en later hoofd van een openbare lagere Montessorischool. Samen kregen zij in 1927 een dochter: Johanna Catharina.

Een ander ontwerp van J.W. Janzen is: Buitenplaats Strypemonde in Rockanje (1937-1938).

Aan het eind van zijn loopbaan realiseerde Jetze Willem Janzen twee van zijn meest markante ontwerpen: het kantoorgebouw voor Aramco en dat van de Hollandse Bank Unie, beide gelegen in Den Haag. 


Algemeen Handelsblad 5-12-1957











De bewoners van villa "In den Bongerd"


Wellicht is de eerste bewoner van de door Janzen ontworpen villa aan het Laantje Marie Lambertine Fleddérus geweest. Zij werd geboren op 5 juni 1886 in Den Haag als dochter van Cornelis Fledderus (die rijksbetaalmeester was en werkte bij het departement van Financiën) en Aletta Anna van Kesteren.

Toen Marie Fledderus in 1918 naar Leerdam kwam om als hoofd van de afdeling personeelsbelangen (later: 'chef van de Sociale Afdeling’) – aan de slag te gaan bij de Glasfabriek, trof ze een organisatie aan waar beginnende aandacht was voor het welzijn van het personeel. In 1917 was de Vereniging tot Behartiging van de Belangen van het Personeel opgericht, die later opging in de Sociale Afdeling. Binnen deze afdeling speelde Fledderus een belangrijke rol bij het uitwerken en begeleiden van plannen gericht op sociale zorg. Zo werden er ouderdomspensioenen uitgekeerd, en in 1925 werd een ziekenfonds opgericht. Ook op het gebied van ontspanning en ontwikkeling werden stappen gezet: sinds 1920 beschikte het glasfabriek personeel over een eigen ontspanningsruimte "Ons Huis" met daarbij een  bibliotheek met 2500 boeken. Zulke voorzieningen droegen bij aan een sterkere binding tussen arbeiders en het bedrijf, een ontwikkeling waar Fledderus nauw bij betrokken was. 


De Leerdammer, 6-9-1919

Tijdens haar verblijfsperiode 'In den Bongerd', gelegen aan het rustige Laantje van Van Iperen, voltrok zich een tragische gebeurtenis.

Op een vrijdagavond, 3 oktober 1919, keerde Marie Fledderus huiswaarts vanaf de Witglasfabriek waar zij werkte. Bij aankomst viel haar direct iets op: de deur van de woning stond open. En van haar dienstmeisje, de 17-jarige Aafje Flieger, was geen spoor te bekennen.

Binnen in huis leek alles stil — té stil. Pas in de tuin ontdekte Marie het levenloze lichaam van Aafje, voorover in de waterput. De waterkan lag naast de put, en op Aafjes hals waren blauwe plekken zichtbaar.

De omstandigheden waren raadselachtig. De put was klein en ondiep, nauwelijks geschikt om zomaar in te vallen. De autoriteiten begonnen dan ook een uitgebreid onderzoek. Toch luidde de uiteindelijke conclusie: een noodlottig ongeval. 


De Vijfheerenlanden, 11-10-1919
Advertentieblad 10-10-1919
De Leerdammer, 11-10-1919




























Marie Fledderus was een progressieve dame. Zo wordt jaren later nog herinnerd dat ze een van de eerste Leerdammers was die haar haar kortgeknipt droeg. 


De Gecombineerde, 23-1-1971












In het boekje “Kent u ze nog… de Leerdammers” is Marie Fledderus afgebeeld op foto 66.

In 1922 vertegenwoordigde zij samen met glasfabriekdirecteur Marijn Cochius Nederland op de Eerste Internationale Conferentie voor Industriële Welfare-werkers. Centraal stond daar de gedachte van een ‘nieuwe orde’, met bijzondere aandacht voor het geestelijke, zedelijke en lichamelijke welzijn van de arbeiders. Ook de organisatie van arbeid en de verfijning van productie waren belangrijke thema’s.

Marie Fledderus vertrok in 1925 naar Den Haag. De heer Gerrit van der Giessen volgde haar op. Fledderus werd een bekende Nederlandse sociaal hervormer en onderzoeker. Samen met Mary Van Kleeck stond zij aan het hoofd van het International Industrial Relations Institute, dat later opging in de Russell Sage Foundation. Zij speelde een voortrekkersrol in de ontwikkeling van het vakgebied arbeidsverhoudingen in Europa.

Het Rotterdamsch Parool 6-9-1966




















































De volgende bewoners van "In den Bongerd" zijn de bekende Leerdamse glasontwerper Andries Copier en zijn echtgenote Do Matthijsen geweest. Ook zij moeten enige affiniteit gehad hebben met de theosofische beweging, gezien het feit dat Do Matthijsen privé-onderwijzeres was geweest van de kinderen van de families Cochius en Burgers - en hun huwelijk werd voltrokken in de St. Raphaël Kapel (huiskapel van de fam. Cochius, onder hun woonhuis 'Lingesigt').

De Copiers laten het kleine huis 'In den Bongerd' vergroten (het was immers maar 26 m²). Ze betrekken in 1929 met hun oudste zoon het huis.  


De Leerdammer, 25-5-1929









Op 5-1-1935 staat genoemd in De Leerdammer dat M.J. Verberne vanuit Amsterdam zich vestigt op het Laantje van Iperen 64. In de krant van 3-4-1935 staat dat zij weer vertrekt naar de Amsterdamse Kalverstraat. Wellicht was zij een dienst- of kindermeisje bij de familie Copier. 

In december 1935 verhuist de familie Copier met hun vier kinderen naar het grotere huis wat de naam 'Lingetuin', ('Lingestein' of 'De Vischkom') draagt en waar hun jongste zoon zou worden geboren. Huize 'De Vischkom' aan de Lingedijk 32 was ontworpen door architect A.P. Smits voor glasfabriekdirecteur-ingenieur H.L. Copijn.




'In den Bongerd' is ook bewoond geweest door de familie L.J. Durkstra-Bouman. Durkstra was in Leerdam bekend als 'oubaas' of 'hopman' van de padvinderij en zijn echtgenote was 'akela' in 1951.  


De Gecombineerde, 24-3-1951








In elk geval tussen 1951 en 1961 hebben de Durkstra's in de villa gewoond, daarna vertrekken ze naar Den Bosch.


M. Laupman zou zich volgens De Leerdammer van 21-10-1961 in oktober 1961 gevestigd hebben aan het Laantje nr. 64. 

In De Geombineerde van 16-8-1966 staat dat in augustus 1966 R.M. Ernstein vanuit Eindhoven is gaan wonen in de villa.





De rustieke sfeer rond het Laantje van Van Iperen is in de loop der jaren grotendeels verdwenen. Waar de markante villa vroeger nog in een open en groene omgeving stond, is inmiddels bebouwing verrezen. De villa wordt nu omgeven door nieuwere huizen, waardoor de oorspronkelijke setting sterk is veranderd. 

Toch weet deze villa met haar charmante uitstraling nog altijd een vleugje van de oude sfeer vast te houden.






Bron: Google Maps



























Bronnen:

  • Aardweg, H.P. van den (red.), Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938) via Resources Huijgens.knaw.nl.
  • As, H. H. J. van “Bouwen als geestelijk bezigzijn: Het 'geldpakhuis' van Alberts en de theosofische 'Amsterdamse School'” in: Reformatorisch Dagblad, 8 augustus 1992, 19. https://www.digibron.nl, geraadpleegd 18-9-2025.
  • Bax, Marty, Het web der schepping: theosofie en kunst in Nederland van Lauweriks tot Mondriaan, 2004, pag. 512.
  • Blom, Teunis, Bewaarde Schoonheid (2011), pag. 163.
  • Dankers, Joost en Jos van der Linden, Samensmeltend glas (2001), pag. 45.
  • Gemeente Amsterdam Stadsarchief. "Theosofie”, 17 april 2020. https://www.amsterdam.nl/, geraadpleegd 18-9-2025
  • "Jetze Willem Janzen", RKD, Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.
  • Koldeweij, Eloy, Over de vloer. Met voeten getreden erfgoed. Waanders Uitgevers. Zwolle/ Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, 2008, pag. 368-369.
  • Mackay, Ian, "Emile Sanders" (glazen bouwstenen) geplaatst op glassian.org, geraadpleegd 7-8-2025.
  • Gesprek met de heer Engelbert van Santen over het vijfhoekige raam (Leerdam, 18 september 2025).
  • Gent, P.M. van, Leerdam door de eeuwen heen, pag. 314 en 343.
  • Hermans, Taco, "Glazen bouwstenen", in: Michiel van Hunen, Historisch metselwerk, pag. 73.
  • Hinte, Ed van, en Timo de Rijk. 2006. Wereldverbeteraars: 100 jaar idealen in glas. De glazen eeuw. Leerdam: Nationaal Glasmuseum, pag. 37-39, 45. Hiervan afgeleid ook: “Wie was… P.M. Cochius.” Theosofia 2: 80–82. https://www.theosofie.nl/tijdschrift/edities/2008/2/Wie%20was.pdf
  • Krantenberichten, hierboven genoemd, geraadpleegd via Delpher.nl of RAZU.nl.
  • Nationaal Glasmuseum, 'Wereldverbeteraars: 100 jaar idealen in glas', samenvatting geplaatst in Theosofia 2: 80–82, "Wie was… P.M. Cochius”, https://www.theosofie.nl/tijdschrift, 2008, geraapleegd 20-9-2025.
  • Oever, Maarten van den, "De democratie is dood, wen er niet aan (1)" in: Apache, 4 september 2018. https://apache.be/, geraadpleegd 18-9-2025.
  • Reenen, W.G. van, "Bouwsporen (4)" gepubliceerd in HVL 31e jrg, nr. 98 / februari 2012, gepubliceerd op Historische Vereniging Leerdam.
  • 'Scouting Hagemans', https://nl.scoutwiki.org/Scouting_Hagemans, geraadpleegd 13-10-2025.
  • Temminck, Joan en Laurens Geurtz, Copier Compleet, pag. 31-32 en 503.
  • Theosofische Vereniging Nederland, “Het embleem van de Theosofische Vereniging.” Theosofie.nlhttps://www.theosofie.nl/tvn-info/wat-is-theosofie/embleem/geraadpleegd 19 september 2025.
  • Wasch, K., Een rijk leven: over leven en werk van Karel Wasch, 2001, pag. 15.
  • Wasch, K.J.H., Glas en Kristal, 1924, pag. 45-46. 
  • Wasch, K.J.H. en N.V. Glasfabriek ‘Leerdam’, vijftig jaar glasindustrie: gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan der N.V. Glasfabriek 'Leerdam’, voorheen Jeekel, Mijnssen & Co. te Leerdam, 1928, pag. 9, 19.
  • Wikipedia, Mary Fleddérus.

22 juni 2025

De watertorens van Leerdam (1900, 1913 en 1930)


In Leerdam werd de noodzaak van schoon drinkwater duidelijk, toen de stad in 1893 werd getroffen door een hevige cholera-epidemie. Als reactie daarop diende F.P.A. Laurentius in 1894 een aanvraag in bij de gemeenteraad om een waterleiding te mogen exploiteren. Gemeenteraadslid J.A. Burgers sprak zich hier vurig voor uit, en in juni van dat jaar werd Laurentius een concessie verleend. Om onbekende redenen is dit initiatief echter nooit van de grond gekomen. In Gorinchem was al in 1886 een waterleiding aangelegd. De tyfusepidemie die Leerdam in 1898 trof, zette het belang van schoon drinkwater opnieuw hoog op de agenda.

Op 3 juli 1899 werd opnieuw een concessie verleend, ditmaal aan de Leerdamsche Waterleiding Maatschappij die 8 mei 1900 werd opgericht. 

 

De Vijfheerenlanden, 4-1-1899









Voor de 'arbeidende klasse' zou de prijs van water ongeveer 10 cent per week worden. Voor de anderen zou het berekend worden naar het aantal kamers: voor één kamer f. 6,50 en voor elke kamer meer f. 2,50 erbij. 

De heren Willem Bottenberg uit Oud-Beijerland en Martinus Visser uit Papendrecht lieten snel beginnen met de bouw van de watertoren. De heer Bottenberg overleed tijdens de uitvoering van het werk en werd vervangen door de heer Johannes Smit uit Oud-Beijerland. Het aannemersbedrijf ging Visser en Smit heten. 

J.T. Visser uit Papendrecht werd in de plaats van Bottenberg tot directeur benoemd in januari 1900.
























Op 21 augustus 1899 legde Catharina, het 3-jarig dochtertje van de heer Gerardus J.M. Couvée, gemeente-secretaris van Leerdam, de eerste steen, in aanwezigheid van onder anderen dr. J.F.Ph. Herz uit Oud-Beijerland en Jacob van Schouwenburg, die samen met Couvée commissaris was:













 



Bij het archief RAZU bevindt zich een fotoboek 'Herinnering aan den bouw van de Waterleiding te Leerdam. 1899-1900', aangeboden door G.J.M. Couvée, secretaris van Leerdam. 


Bij het graven van de sleuven voor de waterleidingen in de oude binnenstad werden bijzondere vondsten gedaan:

De Vijfheerenlanden, 29-11-1899







Op 15 mei 1900 werd de waterleiding officieel in gebruik genomen, wat gepaard ging met feestelijkheden. Burgemeester Tukker verrichte de opening. Machinist was P.C. Brouwer. Het ronde reservoir van de watertoren had een inhoud van 100 m³.











De Vijfheerenlanden, 19-5-1900






























Na de opening van de watertoren was er een diner voor de genodigden. 



De Oud Schaikse Tiendweg kreeg de naam Watertorenlaan. 

De gemeente Leerdam groeide zodanig dat de watertoren al na tien jaar te klein werd. Er werden vijf nieuwe bronnen geboord van 45 meter diep. 

Na bemiddeling van burgemeester Tukker kocht de Waterleidingmaatschappij een nieuw terrein van de regenten van het Hofje van Mevrouw van Aerden. In 1912 werd daar, vlak bij de glasfabriek aan het Lingeplein en de  westzijde van de Glasblazerslaan, een tweede watertoren gebouwd met een reservoir van 150 m³.


De Leerdammer, 5-10-1913

























Op 10 oktober 1913 werden de machines door burgemeester B. Tukker in werking gesteld. Als herinnering kreeg hij een zilveren bokaal met inscriptie. 

Er werd een grotere leiding aangelegd van de waterwinplaats naar de bakstenen hulpwatertoren aan de Lingestraat. Elk jaar werd het netwerk verder uitgebreid en werden bestaande leidingen vervangen door bredere exemplaren.
















De Leerdammer, 31-5-1924








De Vijfheerenlanden, 20-5-1925























In 1925 bestond de Leerdamsche Waterleiding Maatschappij 25 jaar en daarvoor werd een buitengewone vergadering gehouden in Hotel Boerboom. De heren Visser, Couvée en Weersma kregen een bokaal aangeboden. Ook de heer Anthonie Cornelis (Toon) Hoegee (1868-1941) die met zijn familie 20 jaar het waterleidingbedrijf beheerde, werd gehuldigd. 

Namens het bestuur werd een gedenksteen aangeboden in de muur van het kantoor tableau vervaardigd in mozaïektechniek met graniver, ontworpen door Andries Copier. "Het geheel geeft een symbolische voorstelling van de werkzaamheid der Waterleidingmaatschappij, die het gezuiverde water verspreidt in de gemeente. De maatschappij wordt hier verbeeld door de linksche figuur achter wie de waterfontein uit het aardeduister spuit en die uit haar kruik het gulden water schenkt in de schaal van de rechtsche, lager geplaatste figuur, welke de Gemeente voorstelt". 

Foto: HT (2025)














De Waterleiding Maatschappij bood de gemeente een fontein aan. Deze fontein zou een aantal keren op de gemeenteraadsagenda tevoorschijn komen (en zou gerealiseerd worden op het te renoveren Oranjeplein), maar van plaatsing lijkt nooit gekomen. 


De Leerdammer, 9-5-1925



















In 1928 werd nog twee hectare grond aangekocht door de Waterleidingmaatschappij. Alle bronnen werden door nieuwe vervangen. Er werd gezocht naar iets 'zachter' water omdat de eerste bronnen vrij 'hard' water gaven. Op 100 meter diepte werd dit gevonden. Er werden 9 bronnen geboord. 4 van 50 meter diep en 5 van ongeveer 100 meter diep. 

Op 4 juni 1929 werd met een zilveren troffel de eerste steen voor een nieuwe toren gelegd door directeur Jan Teunis Visser onder toeziend oog van een aantal genodigden
























Bij de opening op donderdagmiddag 17 juli 1930 was de commissaris van de koning in Zuid-Holland, de heer Van Karnebeek, aanwezig. Ook de heer Sterk, lid van de Provinciale Staten, woonde de plechtigheid bij. Verder waren de burgemeester van Leerdam met enkele raadsleden aanwezig, net als de burgemeesters van Asperen, Heukelum, Leerbroek, Meerkerk, Schoonrewoerd, Beesd, Kedichem en Arkel. Daarnaast waren er veel andere raadsleden en vooraanstaande heren uit de regio. Het was een ware optocht van hoge hoeden.

Burgemeester Mees kreeg kort het woord, waarna de heer Lulofs, voorzitter van de Gezondheidscommissie, het stokje overnam. Hij sprak de hoop uit dat het drinkwater de gezondheid ten goede zou komen, al klonk er nog enige twijfel door. Zo vertelde hij dat hij een arbeider had aangesproken die slootwater dronk. Diens reactie was: “De koeien blijven er ook gezond bij.”

De heer ir. M.T. IJzerman uit Almelo, president-commissaris hield een rede en blikt terug op de periode in 1893 toen de cholera-epidemie Leerdam rondging. De heer Van Karnebeek sprak toen enkel woorden. Daarna sprak ir. Arie Visser een rede uit waarin hij terugblikte op het bouwproces. Hij dankte daarbij de heren Van Dijk en Langejan die de tekeningen maakten en de heer In 't Veld die uitvoerder van het project was.

De heer Krul, directeur van het Rijksbureau van Drinkwatervoorziening speechte. Daarna bedankte de heer Couvée alle sprekers en was dankbaar te hebben mogen bijdragen aan dit project. Burgemeester Vonk van Asperen sprak nog een aantal woorden, en de heer Sterk, lid van de Provinciale Staten. 

Hierna kreeg men een rondleiding in het machinegebouw waar Van Karnebeek het bedrijf in werking stelde. Hij kreeg een ets van de heer Copier aangeboden als herinnering aan deze dag. Anderen zoals de heer Berlage, Kloot Meijburg, ir. A. Visser, Krul en Couvée ontvingen een foto. 

Na de openingsplechtigheid togen alle gasten naar de Kerkstraat. Daar stond de Leerdamsche brandweer opgesteld en men gaf een spectaculaire spuit demonstratie.


ets van A.D. Copier van de watertoren





















De opening van de Leerdamse watertoren krijgt de nodige aandacht in de landelijke media:


De Maasbode 18-7-1930
  
Prov. Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant 18-07-1930















De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad 18-07-1930
















































De Maasbode 18-07-1930
 
De Maasbode 18-07-1930

























De oude watertoren werd in 1930 afgebroken. Acht jaar later, in 1938, volgde de sloop van de hulpwatertoren in de wijk West.





























De nieuwe watertoren, een stuk hoger dan zijn voorganger, had een frame van gewapend beton, opgebouwd uit tien stijlen, waardoor de toren een regelmatige tienhoek als doorsnede kreeg. Ook de vloeren en het waterreservoir zijn van gewapend beton gemaakt. 

Het reservoir heeft een inhoud van iets meer dan 500 m³ en bevindt zich op een hoogte van 35,5 meter boven het maaiveld. De bakstenen zijn aan de buitenkant netjes gelijk gemaakt met de betonstijlen. Dat is bewust gedaan om meer eenheid in het gebouw te krijgen. Anders zouden volgens architect ir. Arie Visser de betonstijlen door schaduwwerking te veel opvallen en zou het geheel te onrustig ogen.

Vanaf de lekvloer kun je via een klimschacht naar boven, waarin een ijzeren wenteltrap is aangebracht. Die trap leidt helemaal tot op het dak van de toren. De schacht steekt zelfs boven het dak uit, waardoor je daar een prachtig uitzicht hebt. Zowel de voet als het dak van de toren zijn met koolteer behandeld.

Op de tweede verdieping werd een kantoor ontworpen, bereikbaar door een aparte trappentoren. De begane grond verdieping ging dienst doen als magazijn. 

Het machinegebouw met de zuig- en persleidingen zijn ondergebracht in een aparte buizenkelder, zodat daar de zuigleidingen van tijd tot tijd kunnen worden gemonteerd en schoongemaakt. Daarnaast hoorden de aanleg van een ontijzeringsgebouw, filters, een centrale zuigput en een coagulatiebassin bij het bouwproject van Visser en Smit. 

Naast de watertoren was ook een dubbele dienstwoning gebouwd, opgetrokken in geel-grijze baksteen en met zwart geglazuurde dakpannen, in harmonie met de kleur van de vulling tussen de betonstijl van de watertoren. Het houtwerk werd wit geschilderd. 

Op verzoek van de burgemeester van Leerdam waren de ontwerpen voor de toren ter boordeling gezonden aan architect dr. Hendrik Petrus Berlage en architect Herman van der Kloot Meyburg, die na wijziging van wat details, de plannen goed hadden gekeurd. 

















Het tableau ontworpen door Andries Copier wat in 1925 geplaatst was in de muur van het kantoor van de oude watertoren, werd het verplaatst naar de buitentzijde van de nieuwe watertoren.

In 1932 werd Asperen aangesloten op het waterleidingnetwerk. In 1934 volgden Heukelum, Spijk, Kedichem en Oosterwijk. 



De Leerdammer, 21-8-1935

























De watertoren in 1936. Bron: Regionaal Archief Dordrecht, inv.nr. 552_313609

























Vanaf 1936 werden de Leerdamse gemeenteraadsvergaderingen in de watertoren gehouden:


Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant 21-1-1936
Deli Courant 25-2-1936
 
 


Bataviaasch Nieuwsblad 11-04-1936



























20-1-1936
Fotocollectie Elsevier Binnenland
Nationaal Archief










In 1941 overleed Anthonie Cornelis (Toon) Hoegee, die 38 jaar bedrijfschef was van de Waterleidingmaatschappij. Zijn zoons volgden hem op. 


De Leerdammer, 5-7-1941










1953






 
Pompstation van de Leerdamse waterleiding Maatschappij te Leerdam.,
23-03-1956 - 16-07-1956.
Bron: 
7516 FDSTORK-3804 en 8042 FDSTORK-3806,
Kon. Machinefabriek Gebr. Stork N.V. te Hengelo, 
beeldbank Overijssel.





In 1953 ontving Leerdam ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de N.V. Leerdamse Waterleiding Mij. een beeld van Carel Visser

Na een langdurige overnamestrijd werd de N.V. Leerdamsche Waterleidingmaatschappij in 1980 overgenomen door de Drinkwaterleiding De Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. In de jaren daarna volgden diverse fusies met andere waterleidingbedrijven, waardoor er geleidelijk een steeds grotere organisatie ontstond. Het Leerdamse bedrijf werd uiteindelijk opgeheven en alle gebouwen zijn gesloopt.

In 1986 verloor het Waterleidingterrein zijn functie, toen het pompstation er gesloten werd. Daarna werd het terrein ontwikkeld tot een woonwijk

Het kunstwerk van Visser stond op een onhandige plek en moest daarom worden verplaatst. Tijdens die verplaatsing bleek het in zo’n slechte staat te verkeren dat, in overleg met Carel Visser, besloten werd een volledig nieuwe versie te maken. Deze nieuwe uitvoering kreeg een plek op de hoek van De Waterloop en de Emmalaan.



tekenaar J.J. (Jan) Jehee, 1988.
Bron: BT-010302 via RKD




De watertoren aan het Watertorenerf 1 heeft jarenlang in de steigers gestaan maar is recent prachtig gerenoveerd tot woning en kantoor: Binnenstebuiten TV.

En zo is het weer een iconische blikvanger in de skyline van Leerdam:


2025 (foto: HT)




Op dit moment staat de watertoren te koop: Funda




Bronnen:

  • Beeldbank Historische Vereniging Leerdam
  • Bevolkingsregister 1897-1920, fam. Couvée
  • Bevolkingsregister 1897-1920, fam. Hoegee
  • Blom, Teunis, Bewaarde Schoonheid (2011), pag. 149
  • Blom, F.L., Leerdam in oude ansichten, pag. 54 en 56
  • De Leerdammer, 19-7-1930
  • Foto's: Facebook pagina Oud-Leerdam en Wikimedia Commons
  • Gent, P.M. van, Leerdam door de eeuwen heen, (1937), pag. 379-396
  • Groningen, Catharina L. van, De Vijfheerenlanden met Asperen, Heukelum en Spijk (1989), pag. 16
  • Krantenberichten, hierboven genoemd
  • Temminck, Joan en Laurens Geurtz, Copier Compleet (2012), pag. 31

Zie voor nog meer oude foto's van de watertorens: Beeldbank Historische Vereniging