Posts tonen met het label Ons Huis. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Ons Huis. Alle posts tonen

29 juli 2025

Glasblazers gezang - het hutterslied van Leerdam


Het is bekend dat glasblazers met hun geoefende longen uit volle borst konden zingen. Hun stemmen vulden de lucht rond de Leerdamse glasfabriek, waar open ramen en luiken een wanhopige poging deden de verzengende hitte van binnen te verdrijven. Volgens overlevering was het - vaak meerstemmige - gezang op windstille avonden tot in Heukelum te horen.

Op zomeravonden verzamelden mensen zich op de dijk om te luisteren naar het zingen van de glasblazers. Ze hoorden dan liederen als Droomland en Het zonnetje gaat van ons scheiden

Een vast repertoire was er niet, maar meestal ging het om wat weemoedige, melancholische liederen. Rond de kerstdagen werd het gezang aangepast.

Het waren geen lofliederen op het werk. De hitte, het vuil en de lange werkdagen zorgden voor saamhorigheid — en die vond haar uitdrukking in het gezamenlijke zingen. 

Het zingen van glasblazers was een bekend fenomeen, ook in de glasfabriek van Schiedam. Bekend is dat hier vaak werd gezongen "Wordt het dan nooit geen zaterdagavond, zaterdagavond zeven uur?"  Dit lied werd gezongen rond 1900, in een tijd waarin de zesdaagse werkweek nog de norm was en de werkdag op zaterdag pas om zeven uur ’s avonds eindigde.


Herman Heijenbrock, 1871-1948
De glasfabriek te Leerdam.
Bron: Rijksmuseum






















In Duitsland is er in 2018 onderzoek gedaan naar de liederen van glasblazers door Klaus Jahn, Willi Steger en Karl-Heinz Reimeier. Hun (Duitstalige) boek Glasmacherlieder, eine kulturhistorische Betrachtung und Sammlung von Glasmacherliedern  biedt een cultuurhistorische beschouwing en verzameling van glasblazersliederen. 

Het boek bevat liederen uit Beieren, Bohemen, Thüringen, Frankrijk en België. Het boek is een mooie bijdrage voor het behoud van dit waardevolle muzikale erfgoed nu veel glasblazerijen zijn verdwenen en deze liederen verloren dreigden te gaan. 

De auteurs beschrijven hoe het werken in een kleine ruimte, de onderlinge afhankelijkheid tijdens het werkproces, het zware werk onder verzengende hitte en het gevaar van brand, de gemeenschapszin  en het saamhorigheidsgevoel vormden. Dit alles droeg ook bij aan de bijzondere vroomheid en godsvrucht die kenmerkend was voor de glasblazers.

Met de oprichting van dorpsglasblazerijen in Duitsland in de 16e eeuw ontstond er een rijke traditie van zang en instrumentale muziek. De dag begon vroeg, vaak al om vijf uur ’s ochtends, en duurde tot in de avond. Muziek speelde daarbij een belangrijke rol: van de wekoproep en het zingen van koralen tijdens het morgengebed tot gezelschapsliederen die tijdens het werk of in de herberg werden gezongen. Terwijl men ’s ochtends wachtte tot het glas de juiste temperatuur had bereikt om te bewerken, vulden twee uur lang geestelijke liederen de werkruimte.

Rond 1750 trokken verschillende glasblazersfamilies, zoals Pelgrim en Wiegel, vanuit de Harz en het Weserbergland naar Nederland. Ze vestigden zich onder andere in Leerdam, waar hun ambacht en muzikale tradities verderleefden.

In 1776 kwam Joh. C. Sömer naar Leerdam. Hij had eerder al diensten geleid in Heusden, en met zijn komst groeide in Leerdam het verlangen om ook eigen kerkdiensten te houden. Op zon- en feestdagen kwam de gemeenschap samen in de glasblazerij, "tot het doen van gebeden, het singen van psalmen en geestelijke liederen, het voorleesen van stigtelijke en toepasselijke predicatieën".

De glasblazers die waren vertrokken naar het buitenland, zongen ook weemoedige Heimat-lieder zoals dit Boheemse lied. De rondtrekkende glasmakers namen dit lied overal mee naartoe.

Hoewel er, voor zover mij bekend, geen specifieke liederen van Nederlandse glasblazers bewaard zijn gebleven, moet zang ook hier een belangrijke rol hebben gespeeld.



Uit een groep Leerdamse glasblazers is het Stedelijk Leerdamsch Mannenkoor "Zang & Vriendschap" ontstaan, opgericht op 18 augustus 1928. Die oprichting vond plaats in de sorteerkamer van de glasfabriek. 

Twintig mannen waren daarbij aanwezig, onder wie Jan en Willy Peters, Arie en Bernard Roomer, en dirigent Gerrit den Hartog. Jan Peters werd voorzitter, Bernard Roomer secretaris, Joost den Hartog penningmeester, Bernard van Lavieren muziekcommissaris en Bernard Ketelaar algemeen commissaris.

Karel Wasch stelde namens de glasfabriek de gemeenschapsruimte "Ons Huis" aan de Tiendweg beschikbaar voor de zangrepetities op de zaterdagavonden. 

Het Stedelijk Leerdamsch Mannenkoor "Zang & Vriendschap" in 1930










 



Glasblazers werden vaak 'hutters' genoemd. De arbeiders, van origine vaak van Duitse afkomst, werkten in de zogenaamde "Glashütte", glashutten (vert.: glasoven, glassmelterij). Zo had je de 'zwarthut' (waar ze vooral groene flessen maakten), de 'withut' waar ze vooral blank glas bliezen (glazen, veldflessen) en de 'oude hut'. De weg van de Lingedijk naar de Tiendweg omlaag, werd het 'Hutterspad' genoemd. De Lingedijk in de buurt van de glasfabriek heette in de volksmond de Huttersdijk.


Op een gravure uit 1876 zie je drie hutten met opvallende puntige koepeldaken, typisch voor glasfabrieken van vóór 1900.
Die daken waren niet zomaar zo gebouwd: bij potovens gingen de rookgassen via een opening in de oven de fabriekshal in, en door de taps toelopende vorm van het dak (met kap en windborden) werkte dat dak eigenlijk als een soort schoorsteen




Een Leerdams lied dat gaat over het gezang van de glasblazers heet dan ook het Hutterslied



HUTTERSLIED

"Midden in het land is ’n stad aan de Linge,
Midden in het land ligt het stadje Leerdam.
Waar je dan ’n koor bij ’t werk hoorde zingen
Als je dan ging wandelen en langs de hutters kwam.

(REFREIN)

Duizend keer, kon dat lied wel gezongen zijn.
En steeds weer hoorden wij weer ’n nieuw refrein.
Elke keer, gaf het koor weer ’t tempo aan
Van het ritme dat kon bekoren
Zolang we daar moesten blijven staan.

’t Was zowaar in de 30'er jaren
Want dat is alweer lang geleê.
Hoorde je altijd hetzelfde liedje
Van zwaluw, waar ga jij toch heen?
Waar moet ik nu m’n voedsel halen
En zo hoog in de blauwe lucht.
Steeds klonk dan weer dat mooie liedje
Van zwaluw, waarheen is toch je vlucht.

Een vierstemming koor een geluid uit duizend kelen
Heel wat liedjes zingen, kwam toen uit hun mond.
Want die warmte kon er die mensen niet schelen
En waar iedereen z’n bestaan toch maar vond.

Bloed en zweet, is daar soms wel eens heengegaan
En het koor heeft toch altijd maar mooi gestaan
Maar toch weer klonk het vaak door de hele stad.
Van ’n zonnetje dat ging scheiden
We zongen het nog op het hutterspad.

Duizend keer, kon dat lied wel gezongen zijn.
En steeds weer hoorden wij weer ’n nieuw refrein.
Elke keer, gaf het koor weer ’t tempo aan
Van het ritme dat kon bekoren
Zolang we daar moesten blijven staan."


Het Hutterslied, gezongen door Annabel (Aartje van Willigen-van Suylekom), de Linge Rakkers (accordeon muziekgroep) en het Hutterskoor, is eens opgenomen door Clavigram (Louis van Emmerik) o.l.v. J.G. van Willigen in de katholieke kerk aan de Meent:




Vermoedelijk is dit Leerdamse hutterslied vlak na 1962 ontstaan. Anita Berry had in 1962 namelijk een hit met 'Middellandse Zee' en de melodie en het refrein van dit lied zijn (deels) overgenomen. 


Het 'Hutterslied' verwijst naar het volgende lied wat in de jaren '30 populair was "Zwaluw waarheen is uw vlucht? Hoog in de lucht!"


 
"Zwaluw, waarheen is uw vlucht? "
via:
 Nederlandse Liederenbank,
Meertens Instituut



















Van dit oude jaren '30-lied vond ik een opname. 


Oom Koos en Tante Riek met orkest, "Zwaluw waarheen is uw vlucht" (ca 1930):



In 1990 ging de negende scène van het volksspektakelstuk 'Hutters' over de werkende én zingende glasblazers. 

Tien keer – op de vrijdagen en zaterdagen tussen 26 mei en 29 juni 1990 – werd dit openluchtkijkspel opgevoerd op de kade aan de Zuidwal, onder leiding van artistiek leider Marij van den Heuvel. Ongeveer 250 Leerdamse spelers namen eraan deel. Rien Kroon trad op als verteller en het publiek kreeg een beeld van hoogtepunten uit 225 jaar Leerdamse geschiedenis.

In het onderstaande filmpje is scène 9 terug te zien vanaf de 47e minuut:





Bronnen:

  • Facebook pagina Oud-Leerdam.
  • Imthorn, Peter, "Glasblazers" op Familie Imthorn.nl
  • Liedblad, DE LOTELING of Rekruut van 1894, 4 liederen, circa 1894, Lbl Meertens 31002 (liedblad), Wouters/Moormann, Meertens Instituut, Amsterdam.
  • Pater, J. de, 'Een greep uit de geschiedenis van de glasindustrie in ons land', deel 1, uit: Sceydam nr. 4, okt. 1993 via De Oude Flesch
  • Vlaardingen, Arie van, Met lof van de jury,  een historische schets van het stedelijk Leerdams mannenkoor Zang en Vriendschap t.g.v. het 75 jarig jubileum in 2003, pag. 7.
  • Website Evangelisch-Lutherse gemeente Leerdam 


 

9 maart 2025

Imko Reinders, bouwkundige/architect en amateur-schilder in Leerdam (1922-1965)



Imko Reinders (Slochteren, 07-08-1883 – Baarn, 27-10-1972) werd geboren als vierde zoon van Willem Reinders (machinist, olieslager, opzichter, fabrieksbaas) en Lammechien Meijer. Zijn oudere broers waren Hendrik, Siepko en Jakob en zijn jongere zus heette Aleida.

Als kind tekende Imko al en hij zou graag naar de Quellinustekenschool in Amsterdam zijn gegaan, maar dit leek zijn ouders een te weinig financieel zekere toekomst. Hij werd dus voor de bouw opgeleid en ging werken in Zwolle. 

Imko Reinders is verantwoordelijk voor meerdere ontwerpen  voor  Reinders' Oliefabrieken  in  Zwolle. Op  sommige  bouwtekeningen  voor  de  firma Reinders &  Co is  zijn handtekening te herkennen. De vader van Imko heeft daar jarenlang gewerkt. 

Bekend is de ‘portierswoning’ aan de Boerendanserdijk 1 in Zwolle, gebouwd in 1915 naar een ontwerp van Imko Reinders. Door de gemeente inmiddels als industrieel erfgoed aangemerkt en het werd gerenoveerd.

Uit de tijd van Zwolle dateert Reinders’ vriendschap met landschapsschilder Evert Bomhof die in de Haagse school traditie werkte.  


In 1916 trad Imko op 33-jarige leeftijd in het huwelijk met de 27-jarige Gertruida Martha ter Weer. Zij was geboren in Vlodorp en was onderwijzeres. 

IN 1917 wordt dochter Gies geboren.

Bron: CBG.nl






 

In 1924 ziet zoon Albert Willem het levenslicht. 


Imko Reinders  kwam in 1922 naar Leerdam en werkte negen jaar  als  architect/bouwkundige  bij  de  glasfabriek  in  Leerdam. Vervolgens werd hij in de crisistijd gemeente-architect bij de gemeente Leerdam en bleef nog 45 jaar in Leerdam wonen. 

 

De Leerdammer, 12-9-1925
De Leerdammer, 20-9-1924









De Leerdammer, 18-7-1928
 
De Leerdammer, 25-7-1928




















Imko Reinders solliciteert in 1929 naar de functie van gemeente-architect. Er zijn maar liefst 84 concurrenten, waaronder Willem Carmiggelt jr, de zoon van de huidige gemeente-architect, Otto Baarda (die de laatste jaren Carmiggelt sr. assisteerde) en Joost Verhagen, oomzegger van Carmiggelt sr.  

\De Leerdammer, 18-12-1929











Nieuwe Gorinchemse Courant 24-12-1929

 

Nieuwe Gorinchemse Courant 18-1-1930


 






 Leerdammer 25-1-1930
























Nieuwe Gorinchemse Courant, 2-4-1930


Nieuwe Gorinchemse Courant 21-5-1930




 




De Leerdammer, 25-6-1932















In 1932 koopt Imko Reinders een stuk grond. Waarschijnlijk bouwt hij op dit perceel zijn (zelf ontworpen?) huis. De villa aan de Koningin Emmalaan 28 (toen nog vrij landelijk gelegen) is bekend als ’De Horn’. 


 


De 5 Rivieren 17-1-1935

















In 1934 wordt de Hoogstraat bestrating vernieuwd onder leiding van Imko Reinders: Feestelijke inwijding van de Leerdamse Hoogstraat (1934)

In 1935 ontwerpt Reinders een muziektent voor een werklozenprojet. Ook daarover  schreef ik eerder een blog: Muziektent als tempel van den arbeid in Leerdam (1935)


De Leerdammer, 24-12-1937








Rond 1938 maakt gemeentearchitect Imko Reinders het ontwerp voor een noodslachthuis aan de Noordwal 16

Er was wat verwarring: op de website van de Rijksmonumentendienst werd eerder gesproken over de ‘beroemde architect Reijnders’ en in sommige bronnen werd de verkeerde voorletter 'B’ gebruikt. Wellicht wordt naar de heer Berend Reijnders gesuggereerd, gemeentearchitect van Zwolle en directeur Gemeentewerken in Den Haag; deze was alleen in 1890 al overleden. Gelukkig is de info na berichtgeving inmiddels aangepast. Want echt Imko Reinders moet verantwoordelijk zijn geweest voor dit prachtige ontwerp in kubistisch expressionistische Haagse School stijl!

Er is een filmpje van het noodslachthuis te zien.


Foto: Gerard Dukker via Wikimedia Commons

 






Jeanette Versluis-van Eck beschrijft het pand in 'Art Deco architectuur in de Alblasserwaard, Krimpenerwaard, Vijfheerenlanden'. Het voormalige abattoir herbergde ooit diverse ruimten, waaronder een slachtlokaal, vleeswinkel, keurlokaal en laboratorium. Het robuuste gebouw bestaat uit twee tegen elkaar geplaatste volumes – een hoog rechthoekig en een lager vierkant – met gevels van rode handvormsteen en verdiepte voegen die het pand extra expressie geven. Opvallende elementen zijn de afwisseling van horizontale en verticale lijnen, een hoekluifel, een entree met strekkenboog en smeedwerk, stalen ramen met roedenverdeling, en details zoals een authentieke lantaarn, vlaggenmast en hemelwaterafvoeren.

De slacht-technische installatie, geleverd door machinefabriek Stork uit Hengelo, omvatte een interieur met terrazzo vloeren, een terrazzo toonbank, gele tegels met een zwarte bies, haken, lieren, leirollen en een betonnen trechter die eindigde in de kelder voor het slachtafval. Het laboratorium is voorzien van een houten werkblad, een zuurkast en een kast.

Het slachthuis heeft cultuurhistorische waarde vanwege zijn representatie van het Duitse type slachthuis, waarbij de functionele indeling van het pand duidelijk zichtbaar is vanuit zowel hygiënisch als productietechnisch oogpunt.


De Leerdammer, 7-7-1938
 
De Leerdammer, 17-9-1938






















___________________________________________


Tijdens de periode dat Imko Reinders in Leerdam woonde, ging hij veel met zijn bootje de Linge op. Hij schilderde dan in volle eenzaamheid en stilte één van de natuurschone plekjes die de Linge rijk is. Ook met zijn fiets was Reinders veel op pad, om het mooie landschap om en nabij Leerdam te schilderen. Bekend is onder meer het schilderij van de Wiel van Bassa bij Schoonrewoerd. Hij was een zeer bekend en gezien man in Leerdam. 





















Reinders maakte een aantal portretten van karakteristieke Leerdammers, zoals van Aai en Krijn de Weerd, Teunis de Keijzer, Gijs Millenaar en Gerrit van Lopik. 

Imko Reinders was van beroep (tot 1948) architect en kon alleen in zijn vrije tijd schilderen. Hij ging zich na zijn pensioen op zijn 65e geheel aan de schilderkunst wijden. 

Vooral in figuurstukken toonde hij een verrassende vooruitgang, toen hij op aandringen van André Verhorst, oud-directeur van de kunstacademie van Den Bosch zijn palet drastisch veranderde en meer de Franse richting uit ging. In zijn laatste Leerdamse jaren en in Baarn, waarheen hij in 1965 verhuisde, werkte hij aan zijn beste stukken. 

Jan de Graaf uit Leerdam zei van hem: "Imko Reinders, die zeker geen vernieuwer is geweest, heeft toch binnen zijn naturalisme een eigen stijl weten te ontwikkelen, die blijk geeft van een boeiende persoonlijkheid”. 

De Gecombineerde, 30-12-1967





















Imko Reinders is op 89-jarige leeftijd overleden in oktober 1972 en hij ligt begraven op de Nieuwe Begraafplaats Wijkamplan in Baarn. 


















Als postume huldiging hielden van 16 tot 22 maart 1973 in de raadzaal van het Leerdamse gemeentehuis enkele vrienden van de heer Reinders, met medewerking van het gemeentebestuur van Leerdam, een tentoonstelling van uitsluitend, van en uit de omgeving van Leerdam geschilderde, schilderijen van de heer Reinders. 

De krant berichtte: ”De schilderijen zijn voor deze tentoonstelling beschikbaar gesteld door tientallen bekenden van de heer Reinders en inwoners van Leerdam. Enkele bekende schilderijen zijn onder meer: het Hofje van mevrouw Van Aerden, de Zuidwal en het gezicht op Leerdam. Verder heeft de heer Reinders ook enkele bekende Leerdammers geschilderd”. 

Hiervan hingen onder meer in de raadzaal: oud-kapitein van de Leerdamse boot, de heer De Keyzer en de melkman Klaas Versluis. Ook hing er een zelfportret van Reinders. Dit zelfportret zou nog tweemaal het nieuws halen, en helaas om de reden dat het vermist was geraakt vanuit het Emmahuis.


De Gecombineerde,15-3-1973




Maandenlang hield het verdwenen zelfportret van Reinders uit het Emmahuis de gemoederen van vele Leerdammers en columnist 'Habitant' bezig: 






































De Gecombineerde MN, 9-12-1982

















































De Gecombineerde MN, 26-2-1983











De Gecombineerde MN, 13-8-1983




























In 2021 hingen er verschillende werken van Imko Reinders geëxposeerd bij de tentoonstelling "Oud-Leerdam" in De Kunstplaaats aan de Markt 7 te Leerdam.



Bronnen: