In Leerdam vestigden zich al vrij vroeg Joodse inwoners. Vanaf de jaren twintig van de zeventiende eeuw werd de plaatselijke Bank van Lening meerdere malen beheerd door een Joodse pachter, een teken van hun actieve deelname aan het lokale economische leven. In de achttiende eeuw nam het aantal Joodse inwoners verder toe, onder andere door migratie vanuit Middelburg.
De synagoge
Eerst vonden de godsdienstoefeningen plaats in een gehuurde zaal (huissynagoge). Totdat in 1827 een eigen synagoge werd gebouwd aan de Nieuwstraat. Dit gebouw bood de gemeenschap een vaste plek voor gebed en samenkomst. In 1854 werd de synagoge vervangen door een nieuw gebouw, dat tot 1935 in gebruik zou blijven. In dat jaar ging de Joodse gemeente van Leerdam op in die van Gorinchem en kwam de synagoge buiten gebruik. Het pand heeft later verschillende functies gehad, waaronder opslag en bewoning.
Het voormalige synagogengebouw op het adres Nieuwstraat 13a is aangewezen als beeldbepalend pand door de gemeente Leerdam. Hoewel het tegenwoordig lastig herkenbaar is als synagoge, staat het nog altijd schuin achter het adres Nieuwstraat 13 en herinnert het aan de rijke geschiedenis van de Joodse gemeenschap in de stad.
De voor- en zijgevel van de synagoge zijn zichtbaar op deze foto uit 1967:
![]() |
| Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 1967, foto Gerard (G.J.) Dukker |
![]() |
| De Gecombineerde, 8-8-1964 |
We volgen de geschiedenis van de Leerdamse synagoge:
1816 - Eerst vonden de godsdienstoefeningen plaats in een gehuurde zaal (huissynagoge). In 1816 huurden ze "eene kamer voor eene kerk (...) jaarlijks voor 42 guld".
1817 - In 1817 koopt Abraham Jacob Blok (1772-1851) eigenhandig een huis om tot kerk in te richten. Maar de gemeenteleden blijken zich bezwaard te voelen, het pand is namelijk te klein en bouwvallig. Burgemeester Bijmholt bemiddelt maar een wezenlijke oplossing komt er niet en de gemeente zit voortdurend krap bij kas.
1826 - De Joodse gemeente verzoekt niet alleen een financiële bijdrage aan de koning, maar nu specifiek om het bouwvallige kerkgebouw te herstellen. Het verzoek wordt niet ingewilligd en met hulp van de burgemeester wenden ze zich nu tot de Gedeputeerde Staten. Na veel geduld komt er uit de Provinciale Fondsen 700 gulden ter beschikking in 1828.
1828 – In de Nieuwstraat wordt de eerste eigen synagoge gebouwd. Om de bouw zo goedkoop mogelijk te houden, worden alle herbruikbare stenen, pannen, hout en ijzerwerk benut. Het kerkgebouw wordt ongeveer 6,5 meter lang. In de oostgevel maakte de aannemer een nis voor de kast met Thora-rollen.
Het gebouw kreeg acht ramen, de kap tussen de sparren werd met riet gevuld. Op het dak kwamen de oude dakpannen. Boven de nok kwam een houten spitsje, de stijlen afgedekt met leien. Op de vloer kwamen Woerdense tegels. Het plafon werd Berlijns blauw geschilderd, de kozijnen binnen werden ook blauw, buiten bruin.
Aan de westzijde van de kerk werd de Vrouwenkerk gemaakt, boven de ingang, bereikbaar met een trap. De houten vloer rustte op blauw gemarmerd geschilderde kolommen. De laagste inschrijver voor het bouwtraject was de Leerdamse timmerman Cornelis van Steenis die tekende voor het bedrag van 850 gulden.
Op 7 november 1828 wordt de eerste synagoge ingewijd.
In de Nederlandse Staatscourant plaatst penningmeester J.J. Pakkerd een dankbetuiging voor de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland.
![]() |
| Nederlandsche Staatscourant 19-11-1828 |
![]() |
| Dagblad van 's Gravenhage 21-11-1828 |
![]() |
| Algemeen Handelsblad 21-12-1844 |
![]() |
| Algemeen Handelsblad 8-1-1847 |
De synagoge was geen lang leven beschoren. Blom suggereert dat dit te wijten was aan de goedkope uitvoering van de bouw, waarbij gerecyclede bouwmaterialen werden gebruikt, of mogelijk aan gebrekkig onderhoud. Hoe dan ook bleek in 1842 dat herstelwerkzaamheden noodzakelijk waren, maar de Joodse gemeente beschikte niet over de benodigde middelen. Er werden verschillende, uiteindelijk vergeefse, pogingen ondernomen om subsidie te verkrijgen.
1852 - De synagoge dreigt in te storten en herstel is niet langer mogelijk. De kosten voor nieuwbouw werden begroot op 3.193,53 gulden. De Israëlitische gemeente kon zelf slechts ongeveer 6 procent bijdragen (193,53 gulden) en vroeg daarom om een subsidie van 3.000 gulden. De gemeentelijke overheid achtte dit bedrag echter niet in verhouding tot het geringe aantal van circa vijftig gemeenteleden.
Er verschijnt in het Nieuw Israëlietisch Weekblad een oproep waarin bekendgemaakt werd dat in elke hoofd- en ringsynagoge in Nederland een intekenlijst lag. Via deze lijsten kunnen mensen hun steun betuigen voor de herbouw van de synagoge in Leerdam. Het resultaat stelt teleur, 130 gulden wordt toegezegd. Er volgt de nodige correspondentie en aanpassing van plannen, waaronder de grootte van de synagoge.
1854 - In september 1854 verstrekken de Provinciale Staten een subsidie van 220 gulden en later daarbij nog 675 gulden. Een krant schrijft dat men voor de realisatie van de nieuwe synagoge 1500 gulden subsidie kreeg.
Uiteindelijk heeft men dan nog voldoende middelen bij elkaar gekregen. De eerste synagoge wordt vervangen door een nieuw gebouw op dezelfde plek. Architect Wiggelinkhuijzen neemt het werk op zich.
De synagoge is een eenvoudig bakstenen gebouw met een rechthoekige plattegrond en een zadeldak dat was bedekt met blauwe pannen. Oorspronkelijk had het gebouw een in- en uitgezwenkte geveltop, vergelijkbaar met die van de Lutherse kerk die ook in de Nieuwstraat staat. De geveltop van de synagoge is later vereenvoudigd tot een tuitgevel.
Veel synagogen zijn gebouwd in een vrij traditionele streekarchitectuur, vergelijkbaar met die van sommige protestantse kerken. Dat is niet zo vreemd, schrijft drs. J.F van Agt in het Nieuw Israëlitisch weekblad van 29 september 1976. De vroegere autonome 'Joodse natiën’ waren opgegaan in twee Israëlitische Kerkgenootschappen die onder het ministerie van eredienst vielen. En die invloed zie je terug in onder meer de voormalige synagoge van Gouda (1827), Tiel (1839), Harderwijk (1840), Borne (1842–1843), Leerdam (1853–1854) en Elburg (1855).
In de lange achtergevel is nog één van de twee spitsboogvensters met roedenverdeling zichtbaar. Het interieur wordt overdekt door een houten tongewelf. Ook zijn hier nog restanten te zien van de spitsboogvensters met gietijzeren en houten traceringen. De galerij is inmiddels verwijderd.
Op de bovenlijst van de Leerdamse synagoge stonden de eerste woorden van Psalm 100: "Gaat tot Uw poorten in met lof". Er bevond zich een rond, gekleurd glas-in-loodraam met kruisende glasroeden in de vorm van een Davidsster. De bovenlijst en een Joods gebedenboek maken inmiddels deel uit van de gemeentelijke historische collectie.
De synagoge wordt plechtig ingewijd door dr. Ph. S. van Ronkel, die de inwijdingswoorden uitsprak uit het Bijbelboek Haggai 2:10a: “De heerlijkheid van dit laatste huis zal groter worden dan van het eerste, zegt de Heere der heirscharen en in deze plaats zal Ik vrede geven”.
Deze woorden markeren het officiële begin van de dienst van de nieuwe synagoge, die sindsdien tot 1935 in gebruik zou blijven als het religieuze centrum van de Joodse gemeenschap in Leerdam.
![]() |
| Leydse Courant 22-9-1854 |
![]() |
| Centraal blad voor Israëlieten in Nederland 14-10-1887 |
![]() |
| Het Vaderland 30-11-1887 |
![]() |
| De Vijfheerenlanden, 30-9-1888 |
1889 - Salomon Abraham Witsen (1867-1943) verhuist op 1 februari 1889 van Rotterdam naar Leerdam om hier godsdienstleraar te worden.
![]() |
| Nieuw Israëlietisch Weekblad 18-02-1927 |
1890 - Godsdienstleraar Salomon Abraham van Witsen (1867-1943) vertrekt na een verblijf van 13 maanden in Leerdam, naar Woerden.
![]() |
| Het Vaderland 7-2-1890 |
1897 - Benoemd tot godsdienstonderwijzer wordt Salomon Bekkers (1877-1943).
![]() |
| Rotterdamsch Nieuwsblad 22-9-1897 |
1904 – Het 50-jarig jubileum wordt groots gevierd met toespraken en geschenken, waaronder een met de hand geschreven Wetsrol (Torah‑rol) uit Vilnius (Wilna), dat een uitzonderlijk mooi en waardevol geschenk was.
![]() |
| De Leerdammer, 6 augustus 1904 |
1913 - Godsdienstonderwijzer Izaaks kan niet lang blijven; de gemeente heeft door het wegtrekken van veel mensen weinig geld om een leraar te betalen. Op 5 september 1913 vertrekt hij naar Wageningen.
![]() |
| Leeuwarder Courant 26-6-1913 |
![]() |
Nieuw Israelietisch weekblad 16-4-1914 |
Terugloop van de gemeenschap
De Joodse gemeenschap in Leerdam is historisch gezien altijd klein geweest. Rond 1809 telde de stad de hoogste geregistreerde Joodse bevolking, met ongeveer 69 inwoners, waarna het aantal in de loop van de 19e eeuw schommelde tussen de 50 en 60 personen. In de vroege 20e eeuw nam het aantal geleidelijk af, en rond 1930 waren er nog slechts 16 tot 27 Joodse inwoners. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verdwijnr de Joodse gemeenschap bijna volledig; twee laatste inwoners worden gedeporteerd en vermoord.
Sluiting van de synagoge (1935)
Op 1 december 1935 wordt de laatste dienst in de synagoge van Leerdam gehouden. De reden was droevig maar praktisch: de gemeente was dusdanig in zielental verminderd dat er geen minjan (een quorum van tien volwassen halachisch Joodse mannen) meer was, en daarom geen reguliere erediensten meer gehouden konden worden.
Tijdens de afscheidsdienst wordt de Sifrei Torah (de heilige wetsrollen) onder aanwezigheid van alle gemeenteleden, leden van de kerkenraad van Gorinchem en ook vele niet-Joden uit Leerdam, plechtig overgebracht naar de synagoge in Gorinchem. De opperrabbijn spreekt een afscheidspreek waarin hij benadrukte dat de sluiting niet als een teken van verval van het Jodendom moest worden gezien. Na de dienst worden de Torah-rollen in auto’s naar Gorinchem gebracht en daarmee eindigt een belangrijke periode van Joods leven in Leerdam.
In De Leerdammer van 5 december 1935 wordt verslag gedaan van de indrukwekkende laatste dienst.

Het Nieuw Israëlietisch Weekblad, bericht ook uitgebreid over het einde van de synagoge en schetste tegelijkertijd een breder historisch beeld van Joods Leerdam, van vroegste vermeldingen tot de steeds kleiner wordende gemeenschap rond 1935:
![]() |
Nieuw Israelietisch weekblad, 13-12-1935 |
![]() |
| Nieuw Israelietisch weekblad 20-12-1935 |
- Blom, Teunis, Joods Leerdam, vier eeuwen Joodse geschiedenis (2017).
- "Leerdam", Joods Erfgoed Rotterdam, geraaadpleegd 20-12-2025.
- Koeman-Poel, G.S., Een synagoge op het kruispunt van de winden (De Joden van Winschoten) 1750-1942 (Winschoten, 2002), pag. 64-65, 212.
- Groningen, Catharina L. van, De Vijfheerlanden met Asperen, Heukelum en Spijk (1989), pag. 333.



























